Vier niet-residerende ambassadeurs overhandigden hun geloofsbrieven vandaag aan president Chandrikapersad Santokhi. Het gaat om Martha Cecilia Pinilla-Perdomo van Colombia, Wellington Dario Bencosme Castaños van de Dominicaanse Republiek, Mbapeua Muvangua van de Republiek van Namibië en Bengü Yiğitgüden van Turkije.
Ambassadeur Yiğitgüden van Turkijke vindt het een eer invulling te mogen geven aan de bilaterale betrekkingen tussen Turkije en Suriname. Het land wenst de diplomatieke relaties met Suriname te versterken. Zij maakte van de gelegenheid gebruik om Surinaamse burgers op te roepen een bezoek te brengen aan Turkije, voor zowel werk als studie. Daarnaast heeft zij zich gericht tot het bedrijfsleven om een kijkje te nemen in Turkije, voor mogelijke investeringsmogelijkheden. De relatie tussen Suriname en Turkije gaat terug naar 1976. Ook de ambassadeurs Mbapeua Muvangua, Martha Cecilia Pinilla-Perdomo en Wellington Darío Bencosme Castaños spraken de hoop uit dat er een goede samenwerking zal zijn tussen hun land en Suriname. De diplomaten kijken uit naar samenwerking op alle gebieden.
Versterken Relaties
Relaties met betreffende landen zullen volgens minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking versterkt worden. Met de Dominicaanse Republiek, Turkije en Colombia bestaan er reeds goede betrekkingen. “Deze zullen verder uitgebouwd worden”, zegt de bewindsman. Tussen Namibië en Suriname zijn er nog geen samenwerkingsgebieden. Het land staat bekend om de productie van diamanten. Volgens Ramdin zou dit één van de samenwerkingsgebieden kunnen zijn.
Ramdin hoopt dat met de verdere intensivering van de samenwerking, de niet-residerende ambassadeurs vaker in Suriname zullen zijn. Morgen bieden de niet-residerende ambassadeurs van Vietnam, Oostenrijk, Angola en Servië en hun geloofsbrieven aan de president aan. Volgens Ramdin wachten dan nog 9 niet-residerende ambassadeurs op de gelegenheid hun geloofsbrieven aan te bieden aan de president.