Wilgo Bilkerdijk, voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en ontwikkelingseconoom Winston Ramautarsing, ondervoorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) spraken Key News over de uitdagingen die ondernemers ondervinden in economische uitdagende tijden. Is het starten van een onderneming of het garanderen van een bestaande onderneming, überhaupt mogelijk in economisch uitdagende tijden?
Bilkerdijk stelt dat innovatie centraal staat voor het succesvol kunnen ondernemen tijdens een crisis. Hij noemt als voorbeeld de bedrijven die kansen zagen tijdens de covid-crisis. Maar ook de ondernemingen die diversifiëren, hebben kans gezien om succes te boeken. Daarvoor is bijstelling van strategie belangrijk. De waarneming gebied toe te geven dat er toch mensen zijn die tijdens de economische crisis kansen nemen en pogen om een onderneming te starten. Dat ligt volgens Ramautarsing eraan dat Suriname veel potentie heeft en kansen biedt. ‘Inventieve ondernemers weten hun kansen te vinden tussen alle beperkingen die het land heeft’.
Jaarlijks komen ruim 9.000 mensen bij op de arbeidsmarkt. En voor hen dienen arbeidsplaatsen gecreëerd te worden. Ondanks velen hun heil zoeken bij de overheid is het van belang om de private sector te ondersteunen zodat de ruimte daar ontstaat voor nieuwe arbeiders. De regering – waarvan de huidige sinds 2020 zeker 6.000 nieuwe ambtenaren in dienst genomen heeft – moet zorgen voor de condities voor private ondernemingen om dit te realiseren. Ramautarsing vindt dat overheidsbanen echter worden ingezet voor politiek gewin.
Ease of Doing Business
Ease of doing business Suriname doet het nog steeds slecht op het vlak van ondernemerschap en de mogelijkheden die er zijn. Op de Ease of Doing Business Index, staat ons land op rang 182. ‘We staan daar al een eeuwigheid. We doen het dus niet goed’, stelt Bilkerdijk. De faciliteiten om dat te verbeteren moeten vooral door de overheid geschapen worden. Dat laatste erkent Ramautarsing.
Hij zegt dat de ondernemers zoveel zouden kunnen willen, maar dat de mogelijkheden beperkt blijven. De regering kiest er daarentegen voor om zelf te ondernemen, door bijvoorbeeld cassave en markoesa te planten. ‘Hebben we niet geleerd? De overheid moet niet produceren, maar dient de voorwaarden voor productie te creëren’, stelt de econoom. Hij noemt daarbij het (bureaucratisch) proces rond het opstarten en beëindigen van N.V.’s, de snelheid van rechtspraak in het land, de nodige wetgeving, randvoorwaarden voor de logistieke operatie zoals de aanleg van elektriciteit, etc. Er zijn nog te veel praktische problemen, stelt Ramautarsing.
Productiekrediet fonds
Ook politiek vormt een groot probleem voor de stimulans van ondernemerschap. Het begint volgens zowel Ramautarsing en Bilkerdijk bij de mensen die gekozen worden door het volk. Die blijken vaak in onvoldoende mate deskundig te zijn. Daarnaast worden cruciale posities, waar een bepalende stem kan klinken, ingevuld met de verkeerde mensen: vriendjespolitiek.
Bilkerdijk legt het verband tussen initiatieven en toegang tot betaalbaar kapitaal. Ruim 8 van de 10 bedrijven slagen in de praktijk niet. Er zijn mensen die willen ondernemen, maar slechts 20% gaat in de praktijk over tot het daadwerkelijk opzetten van een onderneming. Ook de rentes zijn hier nog te hoog waardoor het rendement te klein is. Internationaal schommelt de rente voor geleende kapitaal tussen de 1% en 5%. Dit verzwakt onze concurrentiepositie, waardoor ook de export laag blijft, vertelt Ramautarsing. ‘Onze producten zijn duur’.
Aangepakt worden
Onlangs is ook het productiekredietfonds ingesteld. Op de laatste staatsbegroting is SRD 100 miljoen voor vrijgemaakt. ‘Het is een begin, ondanks het heel laat komt. Het bedrag is echter veel te weinig. Er wordt SRD 1.2 miljard gestopt in een sociaal programma. Maar waar de transformatie kan gelden, wordt geknipt in de begroting’, zegt Bilkerdijk.
Hij zegt dat de sociaal zwakkeren ook gesteund dienen te worden, maar dat het de ondernemers zijn die kunnen helpen met werkgelegenheid. Ramautarsing: ‘die SRD 100 miljoen zou genoeg zijn om slechts één bedrijf in de mijnbouw te upgraden naar een modern bedrijf. Een druppel op een hete plaat dus’. Bilkerdijk en Ramautarsing zijn het erover eens: de kansen liggen er; ook voor Suriname. Maar, dat moet dan goed aangepakt worden. Zowel door burgers als door regering.