De behandeling van de Wet Collectieve Rechten Inheemse volken en Tribale volken is aangehouden. De regering heeft meer tijd nodig om met de verschillende actoren te praten en te komen tot een conceptwet, die een breder draagvlak heeft.
Voorzitter van de Commissie van Rapporteurs, Asis Gajadien , zei dat tijdens de eerste behandeling het al duidelijk was dat er veranderingen gebracht moesten worden aan de conceptwet. Ook bij de beantwoording van de regering bleek dat er wijzigingen nodig waren. Er is recent een nota van wijziging ontvangen door het parlement door de regering, maar het zijn wijzigingen die ingrijpend zijn.
“We zien nu vanuit de gemeenschap, waarop deze wet betrekking heeft, er protesten zijn geweest en klachtbrieven zijn opgesteld.” De voorzitter vroeg naar aanleiding hiervan aan de regering hoe de wijzigingen tot stand zijn gekomen. “De zorgpunten vanuit de gemeenschap moeten we zeker meenemen tijdens de behandeling van deze wet en de verschillende stakeholders moeten betrokken worden”.
Vicepresident Ronnie Brunswijk zei de binnenlandbewoners inderdaad niet eens zijn met de wijzigingen, die voorgesteld zijn door de regering en er is geprotesteerd. De binnenlandbewoners hebben geen geloof dat de wet op een correcte manier behandeld en aangenomen zal worden. “Ze zijn bang dat we een wet gaan krijgen die helemaal niet goed is voor het binnenland, terwijl dat niet de bedoeling is”. Brunswijk merkte verder op dat bij het opstellen van de nota van wijziging het traditioneel gezag niet gehoord is en hij biedt zijn verontschuldigingen daarvoor.
De regering heeft eerder wel tal van commissies gestuurd naar het binnenland en met stakeholders gesproken, ook hebben de commissies in het parlement sessies gehouden om deze kwestie aan te kaarten. “We zijn democraten en we moeten ook meeleven met de mensen van het binnenland. Gezien dat er zoveel protesten zijn, zullen we de wet niet doordrukken”.
Voorzitter Marinus Bee van het parlement is blij dat de regering meer tijd nodig heeft om de conceptwet voor te bereiden. “We vertegenwoordigen het Surinaamse volk, dus als er ruis is dan moet dit breed besproken worden. We moeten in overleg treden met elkaar”.