R.B., bijgenaamd ‘Bambam’, is door de politie gearresteerd op verdenking van het runnen van een drugsbezorgdienst in de omgeving van Nieuw-Amsterdam, Commewijne.
Volgens de aanklager deed ‘Bambam’ zich voor als taxichauffeur om crack-cocaïne, hasj en marihuana thuis te leveren voor klanten die hun bestelling telefonisch mochten plaatsen. De politie vond aanzienlijke hoeveelheden drugs bij hem en in zijn woning, wat volgens de aanklager erop wijst dat hij verkoper is.
De politie ontdekte bij ‘Bambam’ bijna 300 gram cocaïne, 17 gram hasj en meer dan 1 kilogram marihuana. Ook werd een hoeveelheid contant geld in verschillende valuta’s in beslag genomen. De Officier van Justitie (OvJ) heeft een gevangenisstraf van 2 jaar geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en een boete van SRD 10.000. Als de boete niet wordt betaald, zou ‘Bambam’ nog eens 5 maanden gevangenisstraf moeten uitzitten. Daarnaast heeft de OvJ de rechter gevraagd om het in beslag genomen voertuig, dat werd gebruikt voor de drugshandel, verbeurd te verklaren.
De arrestatie van ‘Bambam’ vond begin vorig jaar plaats, nadat de politie anonieme informatie had ontvangen over zijn activiteiten. Een politie-eenheid hield zijn taxi aan, waarin op dat moment twee vermeende klanten aanwezig waren. Tijdens het onderzoek ontdekte de politie kleine hoeveelheden hasj en marihuana in de tas van een van de passagiers, die aangaf dat hij de drugs telefonisch bij ‘Bambam’ had besteld. Tijdens de rechtszitting ontkende ‘Bambam’ dat hij drugs verkocht en zei ‘Ik ben slechts gebruiker’. Hij hoopte daarmee aan de aanklacht van drugshandel te ontkomen.
Bij een huiszoeking in de woning van ‘Bambam’ vond de politie aanvullende hoeveelheden drugs, wat volgens de aanklager verdere bevestiging was van zijn betrokkenheid bij drugsverkoop. De advocaat van ‘Bambam’, Irwin Kanhai, verzette zich echter tegen de eis om zijn cliënt opnieuw in hechtenis te nemen, met het argument dat hij al maandenlang in vrijheid was gesteld en geen nieuwe overtredingen had begaan. Bovendien vond Kanhai dat het in beslag nemen van het voertuig buitensporig was.
Kanhai betwistte ook de uitspraken van de OvJ over de schadelijke effecten van drugs, verwijzend naar landen zoals Nederland en de Verenigde Staten, waar bepaalde drugs worden gelegaliseerd. Hij noemde de redenering van de OvJ ongefundeerd en legde de nadruk op het gebrek aan wetenschappelijke bewijsvoering voor de zogenaamd “vernietigende” effecten van drugs.
Daarnaast uitte Kanhai kritiek op de lange wachttijd voor chemische analyses van de in beslag genomen drugs en op de manier waarop deze werden bewaard. De periode tussen inbeslagname en het scheikundig onderzoek duurde meer dan een half jaar. ‘Waar waren de drugs al die tijd?’ wierp hij op. Hij stelde dat er strikte procedures moeten zijn voor het bewaren van in beslag genomen drugs, en vroeg zich af of de politie en het OM zich hieraan hebben gehouden.
De rechter heeft de zaak uitgesteld tot begin juni, wanneer zowel de OvJ als de verdediging een tweede keer hun argumenten mogen presenteren. ‘Bambam’ blijft vooralsnog op vrije voeten.