Het tekenen van een natuurbeschermingsovereenkomst is volgens Conservation International Suriname (CIS) een goede stap voorwaarts om de natuur verder te beschermen, maar dient ook ter bescherming van de cultuur van de inheemse gemeenschappen.
Dorpsgemeenschappen
Dit is niet de enige ‘Conservation Agreement’ (CA) van CIS met dorpsgemeenschappen. Reeds enkele jaren bestaat met het Trio-dorp Alalapadu, in het zuidwesten van Suriname, een samenwerkingsverband voor bosbehoud en -beheer met afspraken over samenwerking in duurzame projecten. Overeenkomsten met andere gemeenschappen zijn in voorbereiding. Voor Alalapadu geldt als uitvloeisel van de CA, de oprichting van de Tuhkafabriek voor de verwerking van de Tuhkanoten (Brazil nuts) tot onder andere olie en noten.
CIS ziet met deze overeenkomsten en de actieve bijdrage van inheemsen (als de eeuwenoude rentmeesters van het bos), dat duurzame sociaal-economische ontwikkeling mogelijk is, in lijn met de culturele en historische waarden van de gemeenschap. Deze samenwerkingsvorm geldt ook voor de Bigi Poika-Akarani gemeenschap en net als andere natuurbeschermingsovereenkomsten, is deze ontwikkeld volgens de pilaren van ‘Leiderschap en Cultuur’, ‘Bescherming’, ‘Balansbehoud’, ‘Duurzame ontwikkeling en Financiën’.
Verschillende ecosysteemdiensten
Voor Alalapadu geldt als uitvloeisel van de CA, de oprichting van de Tuhkafabriek voor de verwerking van de Tuhkanoten (Brazil nuts) tot onder anderen olie en noten.
Een interessante toepassing die ook is overeengekomen, zal het klimaatvriendelijke bosbouwsysteem (CSF) zijn, dat inhoudt dat de impact op het bos (zo als degradatie bij houtoogst) wordt verkleind door slimmere en efficiëntere oogstmethoden (RIL-C). In de overeenkomst zijn verder ook afspraken gemaakt over de wijze van benutting van het gemeenschapsbos met verschillende ecosysteemdiensten.
Het proces dat zeker 2 jaar in beslag heeft genomen, heeft plaatsgevonden volgens de culturele tradities van de Bigi Poika-Akarani en de internationale standaarden (het ‘Conservation Stewardship’ Programma) voor het participeren van gemeenschappen in het tot stand komen van overeenkomsten. In dit proces hebben alle partijen hun wensen geuit en zijn samen tot werkbare besluiten gekomen. Er is ook nauw met andere stakeholders gewerkt, waaronder de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) en het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS).
Dorps ontwikkeling
In de overeenkomst is onder andere opgenomen dat de Akarani hun gemeenschapsbos voor een lange termijn door willen gebruiken voor de ontwikkeling van het dorp en dat de producten die uit het bos worden gehaald zoals oliën, palm- en liaansoorten, verschillende boomsoorten voor de bouw, medicinale planten, bosvruchten et cetera, beschikbaar blijven. Bovendien staat het hebben van schoon water voorop (dus vermijden van mijnbouw). In het leefgebied van Bigi Poika komen namelijk verschillende zoetwaterbronnen voor die mogelijkheid scheppen tot zelfvoorziening van drinkwater.
Verder wensen de mensen van Bigi Poika-Akarani naast het monitoren van hun gemeenschapsbos, ook de aangrenzende -verlaten – beschermde gebieden te helpen beheren, om de invasie van illegale praktijken (mijnbouw en houtkap, stroperij, et cetera) in te dammen, dan wel te voorkomen. Het gaat voornamelijk om het westelijk aangrenzend gebied, het Boven-Coesewijne natuurreservaat, 2 7.430 ha groot. Dit gebied maakt deel uit van het leefgebied van Akarani. Deze samenwerkingsafspraken tussen Akarani en CI-Suriname zijn uitvoerig in de overeenkomst beschreven, zodat alle partijen hun verantwoordelijkheden kennen en de duurzame ontwikkeling ter hand nemen.
Beide partijen zijn dankbaar dat het resultaat van deze jarenlange intensieve processen geleid heeft tot zekerheden voor de toekomst van deze leefgemeenschappen, doordat hun gemeenschapsbos zijn waarde kan behouden door goed bosbeheer en een gemeenschappelijke visie gericht op duurzaamheid. Namens CI-Suriname tekende John Goedschalk, directeur CI-Suriname, namens de Bigi Poika-Akarani gemeenschap tekende kapitein Ivanildo Iejoenakame, basja Dionne Wirip M. en de hoofdbasja Keith Arümjo M.