De samenleving moet blijven geloven in het Surinaams onderwijssysteem. Dit stelde onderwijsminister Henry Ori, gisteren tijdens een congres voor vernieuwingen binnen de tienjarige basiseducatie in het Lallarookhgebouw. De bewindsman geeft aan dat het Surinaams onderwijssysteem een aantal veranderingen ondergaat op regionaal en internationaal niveau.
Ori benadrukt dat er goed nagedacht is over wat er precies aan de hand is met scholieren gedurende een aantal jaren. Hij geeft aan dat er twee typische kenmerken zijn, namelijk veel kinderen die klassen over doen en vroeg schoolverlaters. Deze twee zaken vallen ook in de regio op, meent de bewindsman. Hij stelt dat er steeds meer in Caricom-verband gewerkt wordt en Suriname zich aan de afspraken met de Verenigde Naties moet houden, wat betekent dat duurzame ontwikkelingsdoel 4, voor kwaliteitsonderwijs maakt dat het land zich aan de afspraken moet houden.
De onderwijsminister zegt dat Suriname nationaal en internationaal flink gewaarschuwd is om iets te doen aan de problemen in het onderwijsgebeuren. De heterogene samenstelling van de bevolking speelt een rol in dit proces. Ori benadrukt dat je als leerkracht na moet gaan hoe je de aandacht moet gaan verschuiven van die leerstofgerichte oriëntatie waar veel slachtoffers vallen naar een meer studentgerichte individuele benadering.
Etienne Joemai, programmamanager van het onderwijsprogramma Caiqes, stelt dat beleid ten aanzien van het onderwijsgebeuren wordt gestremd omdat het ministerie niet altijd over data beschikt. Hij stelt dat er nu geen systeem is om de data te produceren, maar nu wel gewerkt wordt aan een systeem om de nodige data te produceren. Hiermee zal het ministerie in staat gesteld worden om de correcte data te krijgen om beleid uit te stippelen.