Nazaten van de Nederlandse Boeroes, die zich 178 jaren geleden hebben gevestigd in Suriname, voelen zich verplicht hun voorouders te herdenken. Dit heeft de secretaris van stichting Sranan Boeroe, Martin Loor gezegd.
Op dinsdag 20 juni heeft een groep boeroes zich verzameld om de voorouders te vereren. Een vrouw op klompen en in traditionele kleding heeft samen met andere leden van de organisatie een kranslegging gedaan bij het monument ter herdenking van de boeren kolonisatie te Saramacca. Ook andere belanghebbenden en staf van het commissariaat van het bestuursgebied waren aanwezig.
Loor zegt dat de nazaten van de boeroes het nodig vinden om de aankomst van hun voorouders te herdenken. Hij hield vanmorgen een toespraak namens de groep en deed een terugblik op de geschiedenis. De secretaris geeft verder aan dat hij enorm blij is met het bericht dat het huis van de districtssecretaris tegenover het commissariaat, waar de leider van de Boeroes woonde, gerenoveerd zal worden. “Wij zijn blij dat de renovatie nu is begonnen.”
De voorzitter merkt op dat het bekend is dat de voorouders veel hebben moeten incasseren en herinnert dat een groep zelf is gestorven na de vestiging. Een deel van deze mensen is niet ver van het commissariaat begraven waar ook een monument staat. De mensen zijn na de kranslegging bij het monument, dat op steenworp afstand van het commissariaat staat, naar de begraafplaats getogen. Daar hield de voorzitter van de stichting een korte toespraak. Een stukje uit de geschiedenis werd daar ook naar voren gebracht.
DC Sherin Bansi- Durga geeft aan dat de voorouders van de groep een moedige strijd hebben geleverd om hun voortbestaan te garanderen. De burgermoeder is net als secretaris Loor het er mee eens dat de verhalen over wat er gebeurd is vanaf de aankomst van de boeroes in Suriname, moeten blijven leven.