Desi Bouterse, is vandaag verhoord in zijn hoger beroep zaak in het 8 decemberstrafproces. Bouterse, die al veroordeeld is wegens meervoudige moord, ontkent de liquidaties en zegt op geen enkele manier te hebben deelgenomen.
Aan de couppleger is gevraagd als hij schuldig is aan doodslag: “Neen wat in Fort Zeelandia is gebeurd, strookt niet met de tenlastelegging”, zegt Bouterse aan de rechter. Er is aan hem gevraagd om dan precies aan te geven wat er dan is gebeurd in het Fort naar zijn beleving. In zijn beantwoording gaf Bouterse aan dat het militaire gezag belast was met de nationale veiligheid en omschreef de periode als een ‘woelige tijd’. “We kregen informatie dat er een invasie zou volgen. En dat zou niet de eerste keer zijn. Surinamers brainstormden hierover met betrokkenen”, vertelt Bouterse.
De betrokken die bezig waren een invasie te plannen zijn naar zeggen van Bouterse opgepakt voor verhoor. “Dat gaat volgens het boekje, op militaire wijze. Iedereen tegelijk in het holst van de nacht, zonder communicatie”, zegt Bouterse en geeft verder aan dat de militairen verplicht waren in te grijpen, zodat meerdere mensenlevens gespaard zijn gebleven. “Er was een enorme spanning, dat er op elk moment een invasie kan plaatsvinden”, schetst de ex-militair het beeld. Hij geeft verder aan dat burgers de hoogste prijs hebben betaald bij de invasie en zegt dat 400 onschuldige burgers zijn te komen ontvallen tijdens de Binnenlandse Oorlog. “We blijven hameren op de 15 Surinamers. Die 400 burgers hebben geen familie? Men probeert nu erbij te zetten dat Bouterse de trekker heeft overgehaald. Als dat zo is mag u mij 15 maal 100 jaar geven”, merkt Bouterse op.
Bouterse gaat verder en vertelt dat na het ophalen van de 15 mensen die om het leven zijn gebracht op 8 december 1986, er rekening is gehouden dat de invasie in versnelde tempo zou kunnen plaatsvinden. “Ik heb 7 december de dienst gedraaid. Ik had rust en denktijd nodig erna. Ik heb toen een hoofdverantwoordelijke aangesteld en dat was Bhagwandas.” Bouterse geeft in zijn betoog aan dat als een militair naar het bos kijkt, zal het bos gaan bewegen. “Ik denk dat zoiets zich zal hebben voorgedaan”, merkt Bouterse op. Bij terugkeer de volgende dag zegt Bouterse dat hij de commandant op papier had aangegeven “dat mensen op de vlucht zijn doodgeschoten. Ik weet dat dat stuk op gespannen voet leeft met de waarheid”, zegt Bouterse. Er zou aan de PG zijn gevraagd om dit verder te onderzoeken. Er is volgens Bouterse een rapport opgesteld en geplaatst in de kluis van de DSB. “Dit is dus verdwenen”, merkt Bouterse op.
Hij merkt verder op dat er binnen een rechtsproces er getuigenverklaringen worden afgelegd in het voordeel van de verdachte. “Maar er wordt daar niet naar gekeken. Ik draag slechts de politieke verantwoordelijkheid”, zegt Bouterse. Hij zegt ook dat het eenieder spijt hoe zaken zijn gegaan. “Het blijft deel van je leven. Ik ben ervan overtuigd dat een stukje recht gepleegd wordt.”
Samen met Bouterse in het Hoger beroep proces zijn Ernst Geffrey, Stephanus Dendoe, Iwan Dijksteel en Benny Brondestein. Brondestein was niet aanwezig en er is een artsen verklaring afgelegd waar is aangegeven dat hij keelkanker heeft.