Visumvrij reizen betekent volgens minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Samenwerking (BIS) nog niet dat Surinamers in het buitenland kunnen werken en er zomaar mogen blijven wonen.
De bewindsman benadrukte vrijdag, voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers (RvM), dat visumvrij reizen doorgaans neerkomt op een kort verblijf van maximaal negentig dagen en dat werken een aparte werkvergunning vereist.
Tegelijk vindt Bouva dat Suriname nog niet klaar is voor visumvrij reizen naar Nederland. Hij wil voorkomen dat verschillende beroepsgroepen hiervan gebruikmaken om het land te verlaten op zoek naar een beter bestaan. Daarbij noemde hij onder meer verpleegkundigen, leerkrachten, ambtenaren en politiemensen.
Bouva gaf aan te geloven dat Surinamers die al zijn vertrokken op termijn uit zichzelf zullen terugkeren. “Ik geloof zelf dat we op een bepaald moment een beweging zullen zien dat ze uit zichzelf terug zullen komen. Daar richten we ons op”, zei de minister.
In dat kader wees hij op een eerder door hem gelanceerd ‘homecoming program’, waarmee Surinamers in het buitenland worden geïnteresseerd om terug te keren. Volgens Bouva wordt daarbij gedacht aan het bieden van incentives en andere faciliteiten.
De minister reist in maart 2026 naar Nederland. Tijdens dat bezoek zal verder worden gesproken over een mogelijk tegenbezoek van president Jennifer Simons aan Nederland.













