“In 2015 heb ik al in de oppositie gezeten en ik ben niet bang voor de oppositie. En als iemand denkt dan we eruit moeten, dan gaan we gewoon eruit”, zei ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk maandag in Bakana Tori. Brunswijk is nog steeds ontevreden over de accommodatie van de drie machtsposities, president- vicepresident- en DNA-voorzitterschap.
Brunswijk benadrukte dat de politieke realiteit in acht genomen moet worden. In de komende coalitie is ABOP de tweede grootste partij, terwijl de partij niet in aanmerking is gekomen voor de drie machtsposities. Het DNA-voorzitterschap is gegaan naar de NDP. Naar alle waarschijnlijkheid zal ook het presidentschap gaan naar de paarse partij, terwijl het vicepresidentschap naar de NPS gaat. Hij is helemaal niet tevreden met deze verdeling, want de ABOP en NPS hebben hetzelfde aantal zetels behaald.
Hij vindt dat de ABOP recht heeft op een van de drie machtsposities. Als de gesprekken niet naar tevredenheid aflopen, zal de ABOP in de oppositie gaan. “Ik ben een soldaat en ik ben voor niets bang.” De voorzitter vindt het wel erg, dat mensen hem vernederen en vinden dat hij geen verstand heeft. “Als NDP, NPS en de anderen hebben besloten samen te werken en akkoord zijn met de gang van zaken, dan kunnen ze samenwerken. Ze kunnen mij met rust laten.” Zonder de ABOP heeft de combinatie niet voldoende zetels om de president en vicepresident rechtstreeks in het parlement te kiezen. “Dus ze hebben de ABOP nodig.”
Brunswijk heeft wel een regeerakkoord getekend, maar de gesprekken zijn nog gaande. “Ik heb me doodvonnis niet getekend.” Hij leidt een partij en hij moet de partij waardig vertegenwoordigen, hiermee probeert hij het maximale te halen voor de partij. De partij heeft zes zetels behaald en aan de hand daarvan zal er onderhandeld worden. “Als ik zeven zetels had, had ik me kandidaat voor president en vicepresident al gezet.”
Hij benadrukte dat het niet zozeer om posities gaat, maar is van mening dat de ABOP goed behandeld moet worden. “Soms door te praten alleen kunnen nog zaken gedaan worden.” Hij vindt dat Jennifer Simons niet correct onderhandeld heeft, want al te vroeg werd het vicepresidentschap beloofd aan NPS. “Hoe zal ze nu NPS weigeren? Daarom moet er gesproken worden.” Brunswijk merkte tot slot op dat hij niet de vicepresident hoeft te worden, maar de partij gewaardeerd moet worden.