Paramaribo stond van 2 tot en met 4 december in het teken van een regionale biodiversiteitsdialoog, waarbij beleidsmakers, experts en vertegenwoordigers van jongeren- en vrouwenorganisaties uit het Caribisch gebied samenkwamen om nationale biodiversiteitsstrategieën, monitoringsystemen en rapportageverplichtingen te versterken onder het VN-Biodiversiteitsverdrag.
De driedaagse bijeenkomst was gericht op het ondersteunen van landen bij de uitvoering van het Kunming–Montreal Global Biodiversity Framework: de internationale afspraak om natuurverlies te stoppen en herstel te bevorderen. Daarbij lag de nadruk op regionale samenwerking, het delen van lessen en het opbouwen van technische capaciteit.
Suriname profileert zich als biodiversiteitsleider
Minister Patrick Brunings opende de dialoog met een boodschap over de sterke verbondenheid van Caribische samenlevingen met hun natuurlijke omgeving. Hij stelde dat bossen, rivieren en oceanen niet alleen het landschap bepalen, maar ook essentieel zijn voor het welzijn en de toekomst van de regio.
Suriname presenteerde zich tijdens de dialoog als voorbeeldland, mede door de recente afronding van de geactualiseerde Nationale Biodiversiteitsstrategie en Actieplan (NBSAP) en een focus op transparante monitoring. In zijn slotwoorden riep Brunings op tot een gezamenlijk systeem voor het Caribisch gebied dat “meetbaar, transparant en haalbaar” is.
CBD-secretariaat: samen optrekken maakt landen sterker
Namens het secretariaat van het Biodiversiteitsverdrag benadrukte Vincent Hulin het belang van regionale bijeenkomsten. Hoewel landen hun eigen strategieën en monitoringskaders moeten ontwikkelen, worden deze processen volgens hem sterker wanneer landen samenkomen, knelpunten bespreken en oplossingen delen.
Hulin wees erop dat Caribische staten veel uitdagingen gemeen hebben, ondanks onderlinge verschillen. De inzichten uit Paramaribo worden bovendien meegenomen richting de wereldwijde evaluatie van biodiversiteitsvoortgang tijdens COP17 in 2026.
Drie pijlers: strategie, monitoring en rapportage
Het programma was opgebouwd rond drie hoofdthema’s:
1. Actualisering van NBSAP’s
Landen presenteerden de stand van zaken van hun nationale strategieën en benoemden uitdagingen, zoals beperkte data, onvoldoende stakeholderbetrokkenheid en capaciteitsproblemen. Waar sommige landen nog aan het begin staan, hebben anderen al concrete doelen geformuleerd.
2. Uitvoering van het monitoringskader
Organisaties als GEO BON en UNEP introduceerden hulpmiddelen voor dataverzameling, indicatoren en ecosysteemmonitoring. Daarbij werd gewezen op kansen voor samenwerking, vooral rond ruimtelijke data en digitale systemen voor rapportage.
3. Voorbereiding Zevende Nationaal Rapport (7NR)
Met de deadline van februari 2026 in zicht kregen delegaties praktische training voor het CBD-rapportagesysteem. Een belangrijk punt was dat landen voorlopige gegevens kunnen indienen wanneer volledige datasets nog niet beschikbaar zijn—een optie die vooral kleinere landen verlichting kan geven bij tijdsdruk en beperkte technische middelen.
UNDP: ‘De komende maanden zijn cruciaal’
UNDP Suriname stelde dat de regio nu in een bepalende fase zit. Volgens Deputy Resident Representative Berdi Berdiyev is het Zevende Nationaal Rapport niet alleen een verplichting, maar ook een strategische kans om natuurbeheer structureel te versterken. Hij noemde voorbeelden van regionale initiatieven, waaronder realtime biodiversiteitshubs in Antigua & Barbuda en inclusieve validatieprocessen in Belize. Ook prees hij Suriname voor de koppeling tussen biodiversiteitsbeleid en de nationale Green Development Strategy.
Brede participatie: jongeren en vrouwen aan tafel
Opvallend aan de dialoog was de open uitwisseling tussen landen en maatschappelijke vertegenwoordigers. Zo deelde St. Kitts & Nevis ervaringen met boswachters en interpretatiecentra die bijdragen aan monitoring en bewustwording. Belize gaf aan nieuwe technische partners te hebben gevonden en meer inzicht te hebben gekregen in de waarde van voorlopige rapportage.
De youth representative van het Global Youth Biodiversity Network onderstreepte dat jongeren structureel beter vertegenwoordigd moeten worden, maar waardeerde dat zij tijdens deze dialoog een volwaardige plek aan tafel had. Ook de Women’s Caucus wees op het belang van het integreren van genderaspecten in NBSAP-processen en stelde dat de bijeenkomst het bewustzijn hierover heeft vergroot.
Vooruitblik
De dialoog in Paramaribo werd door deelnemers neergezet als meer dan een technische werkbijeenkomst: het was een regionaal moment van afstemming, samenwerking en netwerkversterking. Delegaties keren terug naar hun landen met nieuwe inzichten en partnerschappen om NBSAP’s af te ronden, monitoring te verbeteren en het Zevende Nationaal Rapport tijdig voor te bereiden.













