De kantonrechter heeft huistiran F.P. (45) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Hij is ook onder een proeftijd van 2 jaar gesteld. Het Openbaar Ministerie (OM) had hem aangeklaagd voor mishandelingen en doodsbedreigingen aan het adres van zijn vrouw, M.S.
De man stond op dinsdag 28 februari 2023 voor rechter Duncan Nanhoe. F.P. heeft de mishandelingen en bedreigingen bij hoog en laag ontkend. Aangezien hij al ongeveer 2 maanden vastzit, komt hij met het opgelegde vonnis over ongeveer een maand vrij.
F.P. zei in zijn laatste woord te hebben geleerd uit fouten die hij vroeger heeft gemaakt en dat hij zijn leven heeft verbeterd. Maar, volgens de getuigenverklaring is de man wel degelijk een tiran. Een keer zou hij een bord met warme rijst naar het gezicht van M.S. hebben gegooid, een ander keer gooide hij met heet water. En volgens M.S. zelf zou de man haar hebben gezegd dat hij ooit heeft overwogen zijn eerdere vrouw in stukjes te hakken en dat ze moet oppassen dat dit haar niet overkomt. Uit een andere getuigenverklaring blijkt dat hij in een boze bui de schoolkleren van hun kinderen in de stromende regen had gegooid.
M.S. zei als getuige in de rechtszaal dat zij na een relatie van circa 10 jaren genoeg heeft van het huiselijk geweld dat, maar niet ophoudt. De aanklachten hebben betrekking op gevallen die zich hebben voorgedaan in december 2022 en januari dit jaar. Een vermeende poging tot verkrachting van een van haar kinderen is niet meegerekend. Eerder is de verdachte veroordeeld voor andere geweldsdelicten, waaronder roof en vernieling. M.S. heeft een beschermingsbevel aangevraagd dat nog niet is toegewezen.
Advocaat R. Bhoewar die de verdediging van F.P. voerde, pleitte voor vrijspraak. Het rijmt volgens hem niet dat de vrouw pas na 10 jaar lang te zijn mishandeld aangifte doet. Hij onderstreepte dat de politieagenten die op de melding van mishandeling waren afgegaan, geen zichtbare letsels hebben waargenomen op het lichaam van M.S., én ontbreekt er een medische verklaring als bewijs voor de mishandeling. De verdediging had geen boodschap aan beeldmateriaal waarmee het OM de kneuzingen aan de rechterschouder van M.S. probeert te bewijzen.
De rechter achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en week in zijn vonnis nauwelijks af van de strafeis.