Het mag gezegd worden dat er veel ruimte geboden wordt aan persoonlijke meningen, niets mis mee. Maar wanneer het rechtsstatelijke (onze grondwet en het strafrecht) terzijde worden geschoven of wanneer een President in een persconferentie op vragen van de media verifieerbare onwaarheden verkondigt, wordt duidelijk dat WIJ niet gediend worden door valse berichtgevingen.
De vraag die terecht gesteld wordt is of de berichtgevingen slechts het politieke medium en de samenleving bereiken OF wordt er nog kritisch en analytisch geschreven met verwijzing naar bronnen, wet en recht? Want het enige dat ons werkelijk gelukkig maakt, is: weten wat juist is, het innerlijk vermogen om in elke situatie het goede te onderscheiden. De mens wil datgene wat hij doet goed doen. Dat is immers de bedoeling. Een geoefende duiker die zonder ongelukken kan duiken op plaatsen die voor andere duikers gevaarlijk zijn, een timmerman die met een timmermansoog kan zien wat een ander gezamenlijk onderzoek doen, gezamenlijk afwegen van argumenten, een gezamenlijk leerproces.
Dit alles naar aanleiding van een concrete ervaring. Theoretische gesprekken over begrippen en hypothetische gebeurtenissen beschouwde ook de filosoof Socrates als zinloos. Ze leveren schijnkennis op. Werkelijke kennis is altijd verbonden met de praktijk. Het gaat zelfs zo ver dat weten betekent dat je er ook naar handelt naar dit weten. Iemand die zegt te weten dat roken slecht is, maar toch doorrookt, weet niet werkelijk. Uit het gedrag van mensen en media komt tevoorschijn volgens welke regels ze handelden. Toetsing, aanscherping of beter begrip van die regels kan tot verbetering van gedrag leiden.
“Pas dan is er sprake van ware kennis opdoen.”
In deze constateringen spelen de media steeds een belangrijke rol. Zij zijn van belang ‘door het openbaar maken en aandragen van pluriforme informatie, onafhankelijk van staat en commercie. Zij zijn in de praktijk bovendien de dragers van de publieke sfeer door het bieden van een platform voor dialoog over wat er onder een bevolking leeft aan opvattingen over politiek relevante zaken. Samen met of voor de burgers controleren ze tenslotte de besluitvormers en beleidsmakers op het nakomen van hun politieke beloftes en de manier waarop ze hun macht uitoefenen.
De media zijn onafhankelijk, journalisten oefenen het vrije woord uit onder de bescherming van het grondrecht van vrijheid van meningsuiting. Ons zelfbeeld (de kranten in het bijzonder) is dat van objectieve waarnemers die evenwichtig informeren nastreven, het inzichtelijk maken van de wereld en het debat over de samenleving willen bevorderen. Dit zijn illustraties van media die nieuws maken en onderdeel zijn van het nieuws, een ontwikkeling die noodzaakt dat de media zich rekenschap van hun handelwijze geven en zich over hun keuzes verantwoorden aan de burger. Dit blijkt in Suriname in vele gevallen een illusie te zijn geworden. U hebt de waakhondfunctie van de journalistiek te grabbel gegooid door steevast op zoek te gaan naar het relletje van de dag. De media zijn meer geïnteresseerd in de gevoelens van de politici dan in de gevolgen van hun beleid. Opvallend is echter dat journalisten gewoon kunnen overgaan tot de orde van de dag. Aan wie legt de pers verantwoording af? Wie bewaakt de waakhond?
Dat het rechtstatelijke, wet en recht, het legaliteitsbeginsel, de feitelijkheden over onze economie, geen ruimte meer krijgt om tot uiting gebracht mag worden is een dieptepunt voor ons Suriname. Immers zowel de wet is openbaar en gepubliceerd. Zo ook de economische indicatoren die opgenomen zijn in vele rapportages van nationale en internationale gerespecteerde instituten. Waar en door wie zouden deze bronnen vermeld moeten worden, vooral als wij al ruimschoots weten dat de uitspraken van politici en regeerders niet gebaseerd zijn op de waarheid.
Macht vraagt om verantwoordelijkheid van media en om verantwoording door media. De media, is de vierde macht en legt haar eerste verantwoordelijkheid aan de maatschappij, “eerst de samenleving, en dan pas de regering en de STAAT.”
R. van Trikt