De minister van Defensie, Krishnakoemarie Mathoera, zegt dat het defensieapparaat en het totaal Surinaams volk op vrijdag 17 februari, de dag waarop de protesten tegen de regering uit de hand liepen, een heel moeilijke dag hebben gehad.
De bewindsvrouw merkt op dat de autoriteiten zich niet meer laten verrassen in dergelijke situaties. Aan de andere kant zegt ze dat je nooit helemaal voorbereid kan zijn op wat er komt als een staking of rellen zich voordoen.
De minister geeft aan dat elke informatie die de organisatie raakt serieus genomen zal worden. “We zorgen dat de veiligheid gegarandeerd blijft. We staan als Surinamers niet tegenover elkaar, maar naast elkaar.” Het is naar zeggen van Mathoera taak van een ieder om het land op te bouwen en samen te werken aan de vooruitgang van het land en niet omgekeerd.
Mathoera geeft aan dat zij na bezoeken aan de ondernemingen in de binnenstad heeft mogen concluderen dat deze mensen heel erg angstig zijn om weer op te starten. “En dat is weer schade voor het land. Want dit land gaat ontwikkeld worden met ondernemerschap. “Zij moeten ondernemen, profiteren en zorgen dat er banen zijn.” De bewindsvrouw benadrukt dat wanneer ondernemingen stoppen met hun bedrijfsvoering mensen banen kwijt zullen raken.”We kunnen niet eenieder bij de overheid faciliteren, dus dit land valt en staat met ondernemerschap.” Ze brengt in herinnering dat het de taak van defensie en de politie is om de orde en rust in het land te handhaven en te garanderen voor de toekomst.
De functionaris zegt dat een ieder de bijdrage moet leveren aan het ontmoedigen van personen die zaken in hun hoofd krijgen die niet in het belang zijn van de samenleving. De bewindsvrouw geeft vooral mee dat het een moeilijke tijd is om in te leven. “Dat is de harde en lelijke waarheid. Maar we kunnen als land niet meer uitgeven dan wij verdienen. Dat is de realiteit van ons vandaag.” Mathoera stelt dat het geld dat nu beschikbaar is liever efficiënter en zuiniger gebruikt kan worden.
Mathoera zegt dat de angst die is opgewekt tijdens de protesten weggewerkt moet worden. Ze zegt dat de gemeenschap gezamenlijk een rol hierbij heeft. Wat betreft de overheidsdiensten, zegt ze dat er een behoorlijke achterstand is in ontwikkeling, onderhoud, trainingen en betalingen. Dit betreft het totaal beeld dat er van alle overheidsdiensten is geworden. Ze merkt op dat het probleem niet in twee jaar verholpen kan worden.