Ondernemers uit alle 10 districten zijn opgeroepen om plannen van de districten te ondersteunen. Dit deed de minister van Regionale Ontwikkeling in Sport, Gracia Emanuël weten nadat de districtscommissarissen hun districtsplan hadden ingediend.
De indiening, die op 31 maart plaatsvond, vindt conform de wettelijke bepalingen inzake de Wet Regionale Organen uiterlijk op de laatste dag van de maand maart plaats. Dit jaar werden de DC’s in het Lala Rookh gebouw door de leiding van het ministerie ontvangen.
Bij de formulering van de districtsplannen wordt er voor een groot deel gekeken naar inzichten vanuit de plaatselijke gemeenschap. In samenspraak met de verschillende ressortraden worden aandachtspunten besproken en krijgt de gemeenschap de gelegenheid tijdens de gebruikelijke hoorzittingen hun visie en voorstellen naar voren te brengen. Vervolgens wordt het plan door het Ministerie van ROS verder begeleid, zodat de realisatie daadwerkelijk van de grond komt. De districtsbegrotingen worden eind mei ingediend.
ROS-minister Emanuel, is bekend met dit traject. De minister is ook eerder DC geweest en sprak tijdens de indiening over de praktische ervaringen en uitdagingen waarmee de districtscommissarissen worden geconfronteerd. “Er zijn een aantal punten dat steeds weer in de plannen wordt opgenomen, maar tot heden niet zijn aangepakt” zei de minister op die dag.
Toch blijft de bewindsvrouw bij het standpunt dat de districten voldoende potentie hebben om de ontwikkeling per district voor een groot deel op gang te brengen. Ze haalde tijdens haar toespraak twee bijzondere factoren aan, die nauw moeten worden meegenomen, zodat de commissariaten meer uitvoeringscapaciteit kunnen opbouwen. Minister Emanuël zoomde in op de inbreng van ondernemers in de districten en hoe de plaatselijke gemeenschap voor een groot deel kan meehelpen.
Minister Emanuël gaf vervolgens te kennen dat wanneer een districtsplan wordt ingediend, eenieder verwacht dat de middelen beschikbaar gesteld zullen worden om de plannen uit te voeren. Echter loopt het in de praktijk heel anders. “Desondanks wil ik u beloven dat de plannen niet zullen belanden in mijn lade en ik mijn uiterste best zal doen deze plannen voor te houden aan mijn collega’s in de Raad van Ministers. De burgers willen tastbare zaken zien en er is genoeg aangehaald wat prioriteit geniet binnen de districten en dat het tijd wordt dat we gaan naar het uitvoeren van deze projecten.”