Een aantal DNA-leden hebben dinsdag tijdens de openbare vergadering bij de behandeling van de wet Productie Kredietfonds gevraagd voor een fonds voor muzikanten en artiesten. “Niemand kan zeggen dat de muzieksector geen aanspraak maakt op een fonds”, zei parlementariër Ronny Asabina van de BEP.
Tijdens de behandeling van de wet werd door de meeste DNA-leden de nadruk gelegd op de landbouwsector, maar Asabina gaf aan dat de muzieksector ook innovatief bezig is en ook produceert. “Dus Suripop zou eigenlijk een beroep kunnen doen op dit fonds”, vond het lid. Surinamers leveren heel veel bijdragen aan de muziekindustrie.
Er zijn volgens Asabina heel veel studio’s waar artiesten liederen produceren, maar ze kunnen helaas niets eraan verdienen. Anderen kunnen door middel van social media platform verdienen als de clip geliket en gedeeld wordt, maar de regering doet heel weinig voor artiesten, beweert de parlementariër.
“De regering moet deze industrie een handje helpen. Kijk naar Jamaica, waar muziek een exportproduct is. Reggaemuziek is een exportproduct. Zo kunnen we onze muziek innoveren tot een exportproduct. Ik hoop dat artiesten ook in aanmerking kunnen komen voor dit fonds”, pleitte Asabina.
Collega Melvin Bouva van de NDP was eens met Asabina, maar vroeg wel om een apart fonds dat specifiek bestemd is voor muzikanten. Muziek is volgens Bouva een absoluut exportproduct, waarin er veel potentie zit. “Alleen wil ik benadrukken dat het gaat om een productiefonds waaraan een lening, rente is gekoppeld. Dus het is geen gratis geld. Als we artiesten dat geld lenen, moeten ook de randvoorwaarden aanwezig zijn om dit tot een succes te maken. Zij moeten in staat zijn om het geld terug te betalen”, redeneerde Bouva.
Obed Kanapé van de ABOP kon zich ook terugvinden in het voorstel van de BEP-volksvertegenwoordiger. Muziek heeft te maken met cultuur en het is heel belangrijk om cultuur te exporteren, vond Kanapé. “Als we niet erin investeren, zullen we dit niet kunnen promoten. Het is een belangrijke sector, die de aandacht en ondersteuning van de regering verdient’, aldus de ABOP-parlementariër.