Tijdens een zitting op donderdag verklaarde een jonge vrouw over de schietpartij waarbij haar vader (45) in maart in Para haar stiefmoeder (42) dodelijk zou hebben verwond met een jachtgeweer. De dochter gaf aanvankelijk een versie die afweek van haar verklaring bij de politie, maar kwam later terug op haar eerdere uitspraak en bevestigde haar verklaring bij de politie.
Volgens deze verklaring kwam de man, M.J., op 28 maart onder invloed van alcohol thuis, wat leidde tot een ruzie met zijn vrouw. Tijdens deze ruzie pakte hij zijn jachtgeweer en schoot zijn partner dood. In de alternatieve versie die de dochter donderdag op de zitting gaf, zou de vader vanuit zijn werk zijn thuisgekomen, waarna de stiefmoeder hem uitschold en de dochter beweerde de schietpartij niet te hebben gezien.
Ook meldde ze dat haar vader spijt zou hebben gehad en geschrokken uitriep: “Boi, san mi du?”
De dochter getuigde verder dat het koppel al twaalf jaar regelmatig ruzie had, waarbij het incident op 28 maart uit de hand liep. Ze verklaarde dat haar vader haar had verteld dat zijn vrouw hem eerder zou hebben geprobeerd te vergiftigen, en dat hij 28 keer melding van incidenten met haar had gedaan bij de politie.
Nadat de officier van justitie haar herinnerde aan haar eerdere verklaringen bij de politie, gaf de dochter aan dat haar verklaring in de rechtszaal niet juist was. Ze bevestigde de verklaring die ze meteen na het incident op het politiebureau had afgelegd: haar vader was die dag onder invloed thuisgekomen, beledigde en bedreigde de vrouw in de kamer, waarna hij zijn jachtgeweer pakte en een patroon uit een tas haalde. Kort daarna hoorde de dochter een harde knal en zag haar stiefmoeder gewond met haar hoofd tegen de muur.
De dochter verklaarde ook dat haar vader in het verleden geprobeerd had zijn jachtgeweer te halen tijdens een ruzie met zijn partner, maar werd door derden tegengehouden. Ook zou er een eerdere poging zijn geweest om de vrouw met een schop te slaan. Ook toen werd hem verhinderd dat te doen.
De schoonzoon van de verdachte, die ook opgeroepen was om te getuigen, deed een beroep op zijn verschoningsrecht en hoefde hierdoor geen verklaring af te leggen.
De zaak zal volgende maand worden voortgezet.