“Ik heb geen moeder en vader meer,” zegt de zichtbaar aangeslagen dochter van Guno en Carmen Oron, die op gruwelijke wijze om het leven zijn gebracht. Toch haalt ze de kracht om de pers te woord te staan. “Ik weet niet hoe we het gaan doen. Ik ben zelf marktventer, maar we moeten nu kijken hoe we de kosten gaan dekken,” zegt mevrouw Oron.
Ze vertelt hoe de avond is verlopen. Zelf woont ze ook op het erf, achter op het terrein, terwijl haar ouders in het huis aan de voorzijde verbleven. “Ik hoorde stemmen buiten en vroeg aan mijn man of hij ze ook hoorde. De honden gingen tekeer. Mijn man is gaan kijken, maar hij zag niets en is weer naar binnen gekomen. Ik ben weer gaan liggen in bed.”
Enkele momenten later werd ze gebeld door een van haar collega-marktventers. In eerste instantie twijfelde ze of ze moest opnemen. “Ik heb toch opgenomen, want misschien had hij fruit of zo dat ik kon verkopen.” Via haar collega hoorde ze vervolgens dat de buurman – de verdachte in deze zaak – naast zijn eigen kinderen ook haar ouders had doodgestoken. “Ik werd gek. Ik heb nu kalmeringsmiddelen moeten innemen. Ik kan niet! Mijn ouders in één keer weg. Hoe? A no siki kiri mi ma en mi pa, en dat is zwaar.”
Ondanks haar immense verdriet richt de dochter haar boosheid niet op de verdachte zelf, maar op het bredere systeem. Ze blijft erbij dat, als de man psychische problemen heeft, hij thuis had gehoord in het Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS). “Het is te zwaar, ik wil die meneer niet vervloeken. Ik wil hem niet uitschelden, ik haat hem niet. Ik haat het systeem,” zegt ze, terwijl de tranen over haar wangen stromen.
Ze is vaak op het internet en ziet wat er in het buitenland gebeurt. De uitdrukking “witman law yere” heeft ze wel vaker gebruikt, maar nu vraagt ze zich vertwijfeld af: “En wat moet ik nu zeggen, blakaman law? Je gaat toch niet zomaar mensen uit hun huis roepen en doodmaken?”
“Ik kan niet eens boos worden op die jongeman die het gedaan heeft. Ik heb er geen ruimte voor. Als ik mijn moeder en vader terugkrijg, dan kan ik het doen, ja. Maar ik krijg ze niet terug.”
De samenleving is sinds de nacht van zaterdag op zondag in shock door het handelen van de 43-jarige verdachte Dennis A., die negen personen heeft doodgestoken. Van de negen overleden slachtoffers zijn vier zijn eigen kinderen. In zijn woning bracht Dennis een meisje van 15 jaar, en kinderen van 13, 7 en 5 jaar om het leven. Zijn 16-jarige dochter liep steekwonden op, maar wist te vluchten. Zij rende naar de buren, die op hun beurt de politie inschakelden.
De andere vijf slachtoffers zijn buurtbewoners. Dennis stak de straat over en heeft een ouder echtpaar doodgestoken, dat volgens familieleden was afgekomen op het lawaai dat hij maakte, vermoedelijk met de bedoeling hulp te bieden. Het echtpaar blijkt de ouders te zijn van een politieagent die eveneens in dezelfde straat woont. De waarnemend korpschef heeft aangegeven dat de afdelingen binnen het korps die verantwoordelijk zijn voor begeleiding, zijn ingeschakeld om de betrokken collega de nodige steun te bieden. “Het blijft een moeilijke zaak voor onze collega, maar we moeten die hulp blijven aanbieden.”
Vervolgens ging de verdachte naar de buren daarnaast, waar hij een 63-jarige vrouw doodstak die in Suriname op vakantie was om haar verjaardag te vieren, evenals haar kleinkind dat lag te slapen. Haar 72-jarige echtgenoot raakte gewond en is in kritieke toestand per ambulance overgebracht naar het ziekenhuis. Ook het 16-jarige slachtoffer zou volgens de laatste informatie in kritieke toestand in het ziekenhuis liggen.
Dennis A. is kort na zijn gruwelijke daden aangehouden door de politie. Zijn wapen, vermoedelijk een keukenmes, is in beslag genomen. Tijdens de aanhouding verzette hij zich hevig, waarop de politie genoodzaakt was hem in zijn benen te schieten.
Wat zijn werkelijke motief is, is nog niet duidelijk. De afdeling Kapitale Delicten van het Korps Politie Suriname is belast met het onderzoek. De verdachte is na overleg met het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld.













