Er lijkt weinig vooruitgang te zijn in de financiële verhoudingen tussen het ministerie van Financiën en Planning en de Energie Bedrijven Suriname (EBS).
Beide partijen wijzen namelijk naar elkaar als de verantwoordelijke voor de wanbetaling. Het ministerie beweert dat er miljoenen van EBS te innen zijn, terwijl EBS op haar beurt verklaart dat juist het ministerie moet betalen.
Tijdens een persconferentie op 6 maart 2025, gaf minister Stanley Raghoebarsing van Financiën aan dat EBS maandelijks een bedrag van SRD 250 miljoen niet overmaakt naar het ministerie. De minister erkende echter dat er onenigheid is over de werkelijke hoogte van het bedrag. EBS zou namelijk beweren dat het bedrag aanzienlijk lager ligt, zo rond de SRD 160 miljoen. Hoe het ook zij, het geld is volgens de minister nog steeds niet ontvangen.
Leo Brunswijk, algemeen directeur van EBS, heeft zijn eigen uitleg. Volgens Brunswijk is er een staatsbegroting opgesteld waarin zo’n SRD 2 miljard aan inkomsten van EBS voor de staat is opgenomen. Dit klinkt goed op papier, maar in de praktijk spelen er verschillende factoren die de werkelijke inkomsten beïnvloeden.
Een belangrijk punt is dat er veel meer thermische energie opgewekt moet worden, aangezien het waterpeil in het stuwmeer te laag is. Bovendien heeft de energievoorziening te maken met een energiemix, waarin verschillende posten de uiteindelijke energieprijs beïnvloeden. Daarnaast ontvangen sociale instellingen en de staat zelf geen facturen voor elektriciteit.
Brunswijk stelt dat 88% van het gefactureerde bedrag per maand wordt geïnd, wat neerkomt op SRD 50 miljoen minder aan inkomsten. Hij voegt toe dat EBS in de praktijk meer heeft bijgedragen dan het daadwerkelijk heeft ontvangen, en dat het ministerie van Financiën een bedrag van ruim SRD 29 miljoen moet terugstorten. Brunswijk is zich bewust van het verschil in mening tussen de twee partijen en is bereid om dit opnieuw voor te leggen, met de nodige onderbouwing. Het lijkt erop dat deze strijd nog wel even zal doorgaan.