Stichting Frambo Nederland heeft met diepe droefheid kennis genomen van het overlijden van oud-president Ronald Venetiaan (1936-2025). De organisatie noemt hem een van de allergrootsten in de nog jonge geschiedenis van Suriname en spreekt van een groot verlies
Frambo Nederland herinnert Venetiaan als een markant politicus en nationalist die een blijvende stempel heeft gedrukt op de ontwikkeling van het land. De stichting benadrukt dat het bijzonder spijtig is dat hij de viering van 50 jaar Republiek Suriname niet meer heeft mogen meemaken.
Ronald Venetiaan diende in totaal drie termijnen als president van de Republiek Suriname: eerst in de jaren negentig en vervolgens van 2000 tot 2010. Tijdens zijn eerste regeerperiode maakte hij het hervormen van de economie, het terugdringen van de rol van het leger in het landsbestuur en het beëindigen van de binnenlandse oorlog tot speerpunten van zijn beleid. Na het tumultueus verlopen presidentschap van Jules Wijdenbosch kreeg Venetiaan opnieuw het mandaat om het land financieel en economisch te stabiliseren.
Volgens Frambo Nederland slaagde Venetiaan erin om economische en monetaire stabiliteit te herstellen en leverde hij een belangrijke bijdrage aan de versterking van de democratische rechtsstaat. Daarbij wordt benadrukt dat hij zich nooit schuldig heeft gemaakt aan zelfverrijking of corruptie en dat hij juist afkeer had van misstanden die in zijn omgeving voorkwamen.
In 2013 legde Venetiaan zijn zetel in De Nationale Assemblée neer. Met de woorden dat hij plaats wilde maken “voor de jonge leeuwen en leeuwinnen die het podium mogen bestijgen”, nam hij afscheid van de actieve landspolitiek.
Als voormalig minister van Onderwijs en als president werd Ronald Venetiaan door Frambo Nederland gekarakteriseerd als een baken van hoop in vaak ingewikkelde omstandigheden voor het Surinaamse volk. De stichting betuigt haar medeleven aan zijn echtgenote, kinderen, hun partners en kleinkinderen en wenst hen veel sterkte bij het verwerken van dit verlies.
Frambo Nederland besluit haar verklaring met de woorden: “Rust zacht, grote zoon van Suriname”.










