“Dit kampioenschap draag ik op aan meneer Stanley Akum, meer bekend als oom Stan.” Dankbare woorden van Robinhood-coach Roberto Gödeken een dag na winst van de tweede Concacaf Caribbean Club Shield op Saint Kitts en Nevis.
Gödeken beschrijft de secretaris-generaal als “een man die jaren zijn krachten heeft gegeven aan het team en dit jaar weer heeft bewerkstelligd dat Robinhood mocht meedoen aan dit toernooi.” Er zijn weinig voorbeelden van zulke personen, die met veel passie en liefde hun schouders onder het werk zetten, voor het groter doel. Getuige het eerbetoon kan gesteld worden dat Akum een bijzonder aandeel heeft in deze historische prestatie.
Intussen moeten zowel spelers, technische staf, bestuurders als de die-harde Robinhood aanhangers nog bijkomen van hetgeen zich in de afgelopen week voltrok. Volgens Gödeken is het resultaat buiten verwachting. Hetgeen de jongens vanaf de eerste wedstrijd hebben laten zien “is een beetje extreem, maar ook verdiend”, aldus de oefenmeester.
Hij benadrukt echter dat deze prestatie niet uit de lucht is komen te vallen. Deze groep spelers is al ruim twee jaren bijeen. Er is keihard gewerkt om het team klaar te maken “om dominant en verzorgd voetbal te spelen. Wij kunnen zeggen dat de jongens voor de investering zijn terugbetaald.” Behalve het type voetbalspel was ook van eminent belang dat de spelers plezier hadden. “Je ziet dat ze heel veel plezier hebben wat ze doen. Na afloop praten zij nog na en grappen met elkaar over de manier hoe zij middels onder andere balbezit domineerden, doelpunten scoorden en de manier hoe er druk werd gezet.” Naar zeggen van Gödeken stemt dit goed. Hij is ook blij met de vertoonde discipline en het keurig gedrag tijdens de ontmoetingen.
Behalve als team prees Gödeken ook enkele individuele spelers, die met hun verrichtingen ook een enorme bijdrage hebben geleverd aan de verwezenlijking van het doel. “Ik denk hierbij aan Jamilhio Rigters, Renske Adipi, Shaquille Cairo en Allierio Belfor.” “Zij hebben hun mannetje gestaan, zowel aanvallend als verdedigend.”
Zwaar speelprogramma
Ondanks het zware speelprogramma, waarbij binnen 9 dagen 7 topwedstrijden moesten worden afgewerkt, merkte de oefenmeester geen vermoeidheid op. De Robinhood-coach gelooft dat zaken zoals de juiste voeding, goed rust houden en gedoseerde trainingen allemaal hiertoe hebben bijgedragen. Verder ook het uitgestippelde spelplan, “zodat wij niet veel kracht hoefden te verspillen.” Het laatste had vooral te maken met temporiseren van het spel door onder andere de bal goed in de ploeg te houden. Gedurende deze momenten konden de spelers gedurende de ontmoeting rust nemen “en dat hebben de jongens goed gedaan.”
Jammergenoeg raakten de rood-groenen tijdens het toernooi, sleutelaanvallers Roche Rosebel (knie) en Dimtrio Andro (spierscheur in bovendijbeen) kwijt. Gödeken heeft alle vertrouwen in de medische staf en gelooft dat zowel Rosebel als Andro beschikbaar zullen zijn voor de eerste Concacaf Caribbean Cup ontmoeting op 31 augustus thuis in het Franklin Essedstadion tegen Cibao (Dominicaanse Republiek). “Als het niet lukt zullen wij een alternatief moeten zoeken zoals het interesseren van nieuwe spelers om het team te versterken, maar wij kijken nog.”
Leerlessen
Als gekeken wordt naar de opgedane leermomenten vindt de Robinhood-manager dat het team op de eerste plaats van zichzelf geleerd heeft. “De fouten die wij hebben gemaakt en de goede dingen die wij hebben gedaan.” Er is ook geleerd van de tegenstanders hun agressiviteit en explosiviteit tijdens een wedstrijd. “Wij kunnen als Surinaamse voetballers daarvan leren.” Qua organisatie meent Gödeken dat voornamelijk de professionele aanpak van bepaalde teams hem aansprak. “Die staken met kop en schouders uit boven de rest en toevallig was Robinhood een van hen die in dat rijtje thuis hoort”, slaat de Robinhood-oefenmeester zich trots op de borst.
Naar aanleiding van het laatste werden er daarom vragen gesteld “als Robinhood een profclub is.” De oefenmeester denkt dat de organisatie van zijn ploeg ook buiten het veld de concurrenten is opgevallen. Hij erkent echter dat Robinhood organisatorisch nog niet zo ver is, “omdat er nog heel veel hapert aan de organisatie van ons team.” Onder andere, de staf van de rood-groenen is nog incompleet qua kennis. “Dus gaan wij hieraan moeten werken.” Ook de professionaliteit voor wat betreft het omgaan met de media, een compleet medische- en trainersteam moet aan voldaan worden “als wij het goed willen doen.”
Focus shift naar Concacaf Caribbean Cup 2023
Naar verluidt reist de complete delegatie in 3 groepen terug naar Suriname. “De laatste groep komt pas zaterdag aan.” Gedurende dit proces is er een overnachting op Sint-Maarten om vervolgens door te reizen naar Curaçao, alwaar twee overnachtingen zullen plaatsvinden. “Ik hoop met deze overnachtingen dat de jongens goed gebruikmaken van hun vakantie”, stelt Gödeken. Bij aankomst van de laatste groep zal volgende week maandag meteen een aanvang worden gemaakt met de voorbereidingen voor deelname aan de Concacaf Caribbean Cup. “Wij hebben ongeveer negen tot tien dagen en heel veel zullen wij niet kunnen doen.”
De hoofdcoach benadrukt echter dat Robinhood zijn eigen spel zal blijven spelen “en kijken waar wij verbeteringen kunnen brengen aan de spelprincipes en voetbalhandelingen, zodat die beter kunnen plaatsvinden. Al bij al is het belangrijk dat wij vasthouden wat wij hier (Saint Kitts en Nevis) gedaan hebben en als wij weer op het veld gaan tenminste hetzelfde presteren of ietsje meer.”
Over de verwachtingen in de Caribbean Cup is de oefenmeester duidelijk. “Wij gaan dit toernooi zonder spanning tegemoet. Ik denk dat het voor ons belangrijk is om te kijken waar voetbal in Suriname momenteel binnen de Caribische regio staat. Dit is een goed meetmoment voor ons. Meten is weten om weer te leren hoe verder te gaan.” Als bekend wordt wat het niveauverschil is, gelooft Gödeken dat er verder kan worden gebouwd aan iets moois om het voetbalspel in Suriname naar een hoger niveau te tillen.
Uitgaande van bovenstaande zal de oefenmeester geen druk op de spelers zetten. Er zal gekeken worden hoe de jongens tegen de “grote boys” zullen presteren, “maar wij gaan zeker niet ten onder doen. Daar geloof ik wel in.”