Koolstofkredieten, ook wel koolstofcompensaties genoemd, zijn vergunningen waarmee de bezitter een bepaalde hoeveelheid kooldioxide of andere broeikasgassen mag uitstoten. Eén credit staat de uitstoot toe van één ton kooldioxide of het vergelijkbare in andere broeikasgassen.
Het koolstofkrediet is de helft van een zogenaamd cap-and-trade-programma. Bedrijven die vervuilen, krijgen kredieten waarmee ze tot een bepaalde limiet kunnen blijven vervuilen, wel worden die limieten periodiek verlaagd. De bezitter kan eventueel onnodige kredieten verkopen aan een ander bedrijf dat die nodig heeft. Particuliere bedrijven worden hierdoor sterk gestimuleerd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Ten eerste moeten ze geld uitgeven aan extra kredieten als hun uitstoot de limiet overschrijdt. Ten tweede kunnen ze geld verdienen door hun uitstoot te verminderen en hun overtollige emissierechten te verkopen.
Voorstanders van het koolstofkredietsysteem zeggen dat het leidt tot meetbare, verifieerbare emissiereducties van gecertificeerde klimaatactieprojecten, en dat deze projecten de uitstoot van broeikasgassen (BKG) verminderen, verwijderen of vermijden.
Koolstofkredieten zijn dus een handig middel om het milieu wereldwijd te beschermen, maar hoe beschermt Suriname als bosrijkste land ter wereld haar milieu, terwijl er tegelijkertijd een verdienmodel moet worden gecreëerd?
Kan Suriname gebruikmaken van de internationale inkomsten uit carbonkredieten? Wat is het uiteindelijke doel van het beschikbaar stellen van carbonkredieten? Kunnen de mijnbouw- en bosbouwsector bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van Suriname en hoe? Kunnen carbonkredieten ervoor zorgen dat het milieu duurzaam wordt beschermd? Bestaat er een relatie tussen het verstrekken van carbonkredieten en de volksgezondheid in mijngebieden? Dit is slechts een selecte greep uit tal van vragen die de samenleving tegenwoordig bezig houden.
Paramaribo
NPS MediaTeam