Veel gezinnen in de oostelijke en westelijke grensgebieden van Suriname trekken weg naar de buurlanden Frans-Guyana en Guyana. Daarnaast kiest men er ook voor om zich in het kustgebied te vestigen. De slechte economische situatie in het achterland is de oorzaak hiervan. Vicepresident (VP) Ronnie Brunswijk heeft hierover opnieuw zijn bezorgdheid geuit tegenover journalisten.
De VP sprak voor het begin van de reguliere vergadering van de ministerraad de media toe. De regeringsfunctionaris heeft onlangs enkele dagen doorgebracht bij de Bovenlandse Inheemsen. Hij merkt op dat binnenlandbewoners in hun woongebied zelfs het viervoudige van wat in Paramaribo wordt betaald, moeten neertellen voor eerste levensbehoeften.
Tijdens een bezoek aan de dorpen Godo Holo en Granbori in verband met de afgelopen Keti Koti-viering, constateerde de VP opnieuw dat ook de lokale gemeenschappen aan de Tapanahonierivier moeite hebben met de hoge winkelprijzen en het late begin van het onderwijsproces. Hij heeft uit eigen middelen het transport van leerkrachten naar het gebied betaald, dit in verband met de herstart van de scholen.
VP Brunswijk stelt dat het ministerie van Financiën en Planning de nodige middelen moet vrijmaken om het leven van de mensen in het achterland draaglijker te helpen maken. De regeringsfunctionaris noemt het zich vooral concentreren op de ontwikkeling van Paramaribo en randdistricten, een groot minpunt van de regering.