Het Huis van Afgevaardigden in de Verenigde Staten heeft formeel ingestemd met een afzettingsonderzoek naar president Biden. Hij zou in zijn tijd als vicepresident (2009-2017) op een ongeoorloofde manier van de zakentransacties van zijn zoon Hunter hebben geprofiteerd. Voor die beschuldigingen is tot op heden nooit bewijs gevonden.
Het voorstel werd met 221 tegen 212 stemmen aangenomen. Het Witte Huis wees het besluit als ongefundeerd en politiek gemotiveerd van de hand. Ook president Biden zelf reageerde daarna in een persoonlijke persverklaring: „In plaats van alles te doen om het leven van de Amerikanen te verbeteren, zijn de Republikeinen erop uit om me aan te vallen met leugens”, aldus de president.
De poging om Biden uit zijn ambt te zetten zal vrijwel zeker mislukken: als het Huis al voor afzetting van de president stemt zal een tweederdemeerderheid in de Senaat – waar de Democraten een nipte meerderheid hebben – ermee in moeten stemmen. Wel kan het onderzoek van Biden parten spelen bij zijn campagne voor de presidentsverkiezingen van volgend jaar.
In september vroeg de voorzitter van Huis van Afgevaardigden, Kevin McCarthy, meerdere onderzoekscommissies zich te buigen over de afzettingsprocedure tegen Biden. Er zou een “cultuur van corruptie” rondom Biden en zijn familie zijn aangetroffen. Tot dusver is er dus nooit bewijs geleverd dat Biden zijn invloed als vicepresident heeft misbruikt.