Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag heeft in een tussenvonnis besloten dat Duitsland mag doorgaan met het leveren van wapens aan Israël, ondanks de zaak die Nicaragua tegen Duitsland heeft aangespannen.
Duitsland is na de Verenigde Staten de grootste leverancier van militaire apparatuur en wapens aan Israël, wat volgens Nicaragua bijdraagt aan een mogelijke genocide in Gaza. Na een zorgvuldige afweging van het bewijs en de argumenten concludeert het ICJ dat er momenteel onvoldoende grond is om de militaire leveringen te stoppen. De zaak blijft echter open en het zal nog enige maanden duren voordat het hof een definitieve uitspraak doet. Het ICJ benadrukt daarbij de ernstige humanitaire crisis in Gaza.
Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken verwelkomt het voorlopige oordeel. In een verklaring onderstreept Duitsland het recht van Israël om zichzelf te verdedigen tegen aanvallen, zoals die van 7 oktober vorig jaar.
Nicaragua volgt met deze aanklacht het voorbeeld van Zuid-Afrika dat eerder Israël had aangeklaagd wegens onvoldoende inspanningen om genocide in Gaza te voorkomen. In een tussenvonnis werd Zuid-Afrika in januari in het gelijk gesteld. De Israëlische regering kreeg de opdracht om de humanitaire hulp te intensiveren, hoewel dit nog steeds langzaam verloopt. De toegang tot voedsel en medicijnen voor Gaza blijft ver onder de benodigde hoeveelheid.