Imarcio ‘Tempico’ Afie, het 9-jarige jongetje dat twee weken lang in het bos heeft gezworven voordat zijn moeder hem weer in haar armen kon sluiten, heeft mogelijk gezelschap gehad van bosgeesten.
Althans, dat sluit zijn moeder niet uit. De jongen werd dagen lang begeleid door een mysterieus koppel, waarbij de man en de vrouw voortdurend ruzieden over het lot van Tempico. De man had er geen moeite mee dat hij terugkeerde naar de bewoonde wereld, terwijl de vrouw vond dat hij langer bij hen in het bos zou moeten blijven.
Tempico bevond zich begin augustus onder begeleiding van een oom in een illegale goudzoekers nederzetting op het grondgebied van Frans-Guyana langs de oostelijke oever van de Lawarivier. Een operatie van Franse legertroepen tegen illegale goudzoekers leidde tot paniek, waarbij veel mensen het bos in vluchtten. Tempico en enkele andere kleine jongens renden ook het bos in, maar alleen Tempico keerde niet terug. Het duurde tot zondag 20 augustus voordat hij uitgeput, uitgehongerd en uiteraard getraumatiseerd werd gevonden.
Yvonne Afie, de moeder van Tempico, deelde het indrukwekkende verhaal over haar zoon en de vreemde ‘bosmensen’ in een interview met LIM FM. Volgens Tempico was hij gedurende de 14 dagen nooit bang. Hij voelde zich juist veilig en op zijn gemak bij het koppel. De jongen kan echter geen gedetailleerde beschrijving geven van de man en de vrouw. “Misschien zijn het wezens uit het bos, want in het bos zijn er ook dingen”, merkt de moeder op. Ze vermoedt dat het geen gewone mensen waren, maar eerder verschijningen uit de geestenwereld.
Tempico heeft bij zijn terugkeer ook verteld hoe hij de twee weken heeft overleefd. Hij sliep ‘s nachts onder een boom en zwierf overdag rond, in de hoop zijn weg naar huis terug te vinden. Hij stilde zijn honger met fruit en dronk water uit kreken. Op de eerste dag van zijn vermissing at hij een vrucht genaamd ‘mapa’, maar het is niet bekend waarmee hij zich de rest van de dagen heeft gevoed. De moeder benadrukt dat Tempico verdwaald was in een voor hem bekende omgeving, op de route die hij regelmatig nam met anderen naar de familiekostgrond.
Wat opmerkelijk is, is dat hij niets heeft gemerkt van de zoektochten die werden uitgevoerd door dorpsbewoners en Franse militairen. “Ik heb hem gevraagd, maar hij zegt dat hij niets heeft gezien of gehoord.” Ook heeft hij geen wilde dieren tegen het lijf gelopen.
Hij moest dagelijks water halen voor het koppel. Toen hij op een dag weigerde om water te halen voor de vrouw, raakte ze geïrriteerd en stuurde ze hem weg. Op dezelfde dag keerde hij moeiteloos terug naar het kamp toen dorpsbewoners hem opmerkten en hij besefte dat hij hulp had gevonden. Hij stortte in en de dorpsbewoners brachten hem naar zijn familie, waarna hij naar Suriname werd overgebracht. Tempico werd vanuit Stoelmanseiland naar Paramaribo gebracht voor medisch onderzoek. Na enkele dagen in het ziekenhuis te zijn aangesterkt, verklaarde de dokter hem sterk genoeg om terug te keren naar huis. Voorlopig blijft hij echter bij zijn vader in Paramaribo.
Het doet de moeder veel pijn dat haar kind zo’n traumatische ervaring heeft meegemaakt, en daarom stelt ze hem niet te veel vragen over die donkere dagen.