Koning Willem-Alexander heeft maandag tijdens een persmoment op het presidentieel paleis de historische betekenis van het staatsbezoek aan Suriname onderstreept. Hij riep op tot een open dialoog over het gedeelde verleden, waarbij hij expliciet verwees naar de slavernij en de periode na de onafhankelijkheid.
Volgens de koning ziet Nederland het staatsbezoek als een moment om de relatie met Suriname te vernieuwen en te verdiepen op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Hij wees erop dat het 47 jaar geleden is dat zijn grootouders, koningin Juliana en prins Claus, Suriname bezochten. “Dit geeft ons bezoek in het licht van de historie een bijzondere lading,” aldus Willem-Alexander. Hij noemde het daarnaast een betekenisvol moment voor “de honderdduizenden Nederlanders met Surinaamse wortels”.
In zijn toespraak benadrukte de koning dat het voor beide landen essentieel is om het gezamenlijke verleden onder ogen te zien. Daarbij noemde hij de slavernij en de impact ervan op nazaten van tot slaaf gemaakten en inheemse gemeenschappen. “Tijdens ons bezoek gaan we de geschiedenis niet uit de weg, ook niet de pijnlijke elementen erin, zoals de slavernij. We gaan graag in gesprek met nazaten voor wie dit een diepe betekenis heeft,” zei hij.
Willem-Alexander sprak ook over de waarde van samenwerking rond thema’s als goed bestuur, een onafhankelijke rechterlijke macht en de democratische rechtsstaat. “Dit zijn thema’s die ons ten dienste verbinden,” stelde hij. Daarnaast is in het programma aandacht voor ontmoetingen met jonge ondernemers en studenten, en gesprekken over vaardigheden die nodig zijn voor duurzame economische groei.
De koning prees verder de culturele rijkdom van Suriname en gaf aan dat hij en koningin Máxima graag meer van het land zouden willen zien. “Wat een ongekende rijkdommen zijn hier te vinden. Het liefst zouden mijn vrouw en ik het land verkennen van de Waterkant tot aan de bovenloop van de Surinamerivier,” zei hij, met de kanttekening dat drie dagen daarvoor te kort zijn.
Hij besloot zijn toespraak met woorden van dank voor de ontvangst door president Jennifer Geerlings-Simons.











