De magere opkomst bij de derde protestdag van de acties geleid door de voorzitter van de Centrale van Landsdienaren Organisatie(CLO), Ronald Hooghart, betekent niet dat de protesten zullen stoppen.
Dit zei de vakbondsman maandag aan journalisten op het oud Vlaggenplein. Hooghart stelt niet te weten waaraan het ligt dat minder mensen zijn komen opdagen, vandaag. Opmerkelijk is dat Michael Sallons, bondsvoorzitter bij de Werknemers Organisatie Openbare Werken, verklapt dat al de ambtenaren die hebben meegedaan met de eerste en tweede actiedagen aanzegging tot verweer zullen ontvangen.
Sallons zegt dat de bond zich niet opwindt met de maatregelen die getroffen zullen worden door de leiding. “Laten ze de mensen maar verweer aanzeggen.” Hij bevestigt dat er al brieven rondgaan bij de leden van de vakorganisatie. Hij stelt dat de bond de mensen zal verweren en goed zal onderbouwen wat en hoe. “Het schrikt mensen af, want dat is de manier hoe deze regering omgaat met mensen. Mensen bang maken en continu bedreigen.”
Sallons merkt verder op dat de maatregelen die de regering probeert te treffen zo ver gaan dat mensen wordt aangezegd dat zij hun vaste aanstelling niet zullen krijgen. Mensen die de wettige periode, welke is aangegeven volgens de wet, hebben doorstaan moeten in aanmerking komen voor hun vaste dienst merkt hij op. “Als de arts je heeft afgekeurd dan is het wat anders.” De vakbondsman zegt dat hij niet uitkomt met zijn pensioen. Hij benadrukt dat bepaalde Surinamers valuta krijgen uit het buitenland en daardoor misschien kunnen overleven. Bij hem is dat niet het geval.
Hooghart stelt dat de acties door gaan met weinig man of niet. Hij merkt op dat mensen naar het aantal aanwezigen kijken, maar dat niet iets is waarop er gelet moet worden. “Grote acties zijn met één of twee mensen begonnen. Wanneer de tijd zo ver is zullen we zien als ze niet hier aanwezig zullen zijn.” De CLO-voorzitter zegt dat de financieel-economische situatie zodanig erg is geworden dat de koopkracht bijzonder achteruit is gegaan. Hij merkt op dat de samenleving de regering moet tonen dat zij de situatie niet aankan. Dit, omdat de regering het land verder zal vernietigen met haar beleid.
De rancuneuze situatie van de beleidsmakers is volgens Hooghart een heel erg groot probleem. Hij schetst dit middels een voorbeeld waarbij een onderdirecteur van het ministerie van Justitie en Politie afgelopen week op het balkon op het departement stond en mensen die de protesten zijn gaan ondersteunen identificeerde en maatregelen tegen die liet treffen.