“Ze richtte het wapen eerst op mij. Ik heb haar ontwapend en haar ermee op het hoofd geslagen,” aldus de verdachte L.S. woensdag in de rechtszaal. Hij betreurde het dat hij nu voor de rechter moest verschijnen, terwijl hij naar eigen zeggen slechts zelfverdediging toepaste.
Volgens hem had de situatie erger kunnen aflopen als het wapen was afgegaan toen de vrouw hem bedreigde met de woorden ‘Vandaag vermoord ik je’. L.S. vertelde dat hij en zijn vriendin zich eind september op een feest buiten de stad bevonden. De sfeer sloeg om nadat zijn vriendin jaloerse opmerkingen maakte over zijn communicatie met andere vrouwen.
Eenmaal thuis escaleerde de ruzie opnieuw, waarbij zijn vriendin hem in zijn rug van het bed trapte toen hij zijn rug naar haar toekeerde om de confrontatie te vermijden. Toen hij woedend opstond op zich tot haar te wenden, pakte zijn vriendin het vuurwapen dat hij op het nachtkastje had gelegd. Ze richtte het op hem, met de dreiging hem neer te schieten.
De verdachte slaagde erin haar te ontwapenen en sloeg haar ermee op het hoofd, waarbij ze gewond raakte. Volgens zijn verklaring bood hij aan haar naar het ziekenhuis te brengen, maar ze weigerde. Vervolgens dreigde ze naar de politie te gaan. Terwijl zij met haar zus naar het ziekenhuis ging, besloot L.S. zelf naar de politie te gaan. Hij heeft zich echter niet meer gemeld nadat de zus van het slachtoffer hem telefonisch op andere gedachten had gebracht.
Zijn raadsman heeft gepoogd hem vrij te pleiten door te wijzen op het beleid van het Openbaar Ministerie (OM), waarbij verdachten van eenvoudige mishandeling en bezitters van illegale vuurwapens doorgaans op vrije voeten worden gesteld. De vervolgingsambtenaar erkende dit beleid, maar benadrukte dat elk geval uniek is. Het geval van L.S. wordt als veel ernstiger beschouwd als een combinatie, aangezien het illegale wapen is gebruikt om de mishandeling uit te voeren. Hij heeft het slachtoffer met het wapen geslagen en verwond.
De Officier van Justitie (OvJ) heeft na het presenteren van wettig en overtuigend bewijs een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar geëist. De rechter ondersteunde het standpunt van het OM dat het vuurwapen werd gebruikt bij de mishandeling.
De rechter achtte zowel mishandeling als overtreding van de Vuurwapenwet wettig en overtuigend bewezen. Het vonnis is aanzienlijk lager uitgevallen dan de eis. L.S. werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden onvoorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest.