De melkopname en de meting van vetgehalte van melk door Melkcentrale Paramaribo (MCP) vindt niet helemaal transparant plaats, waardoor er heel veel ruimte is voor geknoei. “In principe zou een onafhankelijke instantie moeten zijn, die de metingen doet. Zodat niemand benadeeld en bevoordeeld wordt”, zegt voorzitter Edmund Blufpand van de Surinaamse Vereniging van Melkboeren.
Blufpand zegt dat er een aantal gesprekken zijn geweest met vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) en van MCP voor een onafhankelijke instantie, maar tot nu toe is er niets van gebeurt. “We nemen aan dat het Staatsbedrijf betrouwbaar is en we gaan ervan uit dat MCP niet knoeit.” De overheid zou een onafhankelijke instantie kunnen opzetten met enkele laboranten om dit te kunnen bewerkstelligen, maar er wordt niets gedaan.
Hij geeft verder aan dat als de boer wil, dan kan hij aanwezig zijn bij de meting van het vetgehalte, maar meestal wordt de melk niet door de boer gebracht naar de MCP. De transporteur neemt de melk op bij de boeren en levert het aan MCP. Ook hier is de kans op geknoei groot. “We weten niet of de transporteur meteen naar MCP gaat met de melk, hoelang de melk onderweg is en naar waar het precies gaat.” Er is ook gevraagd om de melk in gesloten gekoelde containers te vervoeren naar MCP, maar ook hieraan wordt er niets gedaan.
Blufpand haalt verder aan dat de boer pas na twee weken weet wat het vetgehalte is van de geleverde melk. Er worden dagelijks monsters van de geleverde melk van een boer opgenomen en dit wordt bewaard in een fles. Na twee weken wordt er dan het gemiddelde vetgehalte bepaald aan de hand van het verzamelmonster, die dagelijks voor twee weken zijn opgenomen. Aan de hand van het gemiddelde vetgehalte en het geleverde aantal kilogram melk wordt de boer dan tweewekelijks uitbetaald.
De melk moet aan bepaalde voorwaarden voldoen, dan pas wordt er SRD 17.50 uitbetaald aan de boeren. Zo moet het vetgehalte van de melk 3.3 zijn, dan krijgt de boer SRD 17.50. Als het vetgehalte meer is dan krijgt de boer wat meer en als het vetgehalte minder is, dan krijgt de boer minder uitbetaald. Als het vetgehalte minder is dan 3.0, dan gaat het bedrag met een aantal SRD’s omlaag. Onder normale omstandigheden ligt het vetgehalte tussen 3.0 en 4.0.