Minister Miquella Huur van Regionale Ontwikkeling (RO) zegt te hebben vastgesteld dat een deel van de ressortraadsleden (rr-leden) onvoldoende het veld ingaat en daardoor belangrijke informatie niet altijd doorstroomt naar de hogere bestuursniveaus. Het ministerie onderzoekt momenteel manieren om deze volksvertegenwoordigers beter te motiveren hun taak serieuzer op te pakken.
Huur gaf woensdag, voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers (RvM), aan dat er al gesprekken zijn gevoerd met enkele rr-leden en dat verdere overlegmomenten gepland staan. “Op dit moment zijn ze al bezig, ze zijn al op het veld, ze werken en ze organiseren heel wat vergaderingen om te praten over hun verschillende werkgebieden,” aldus de minister.
Toch ziet zij knelpunten in de praktijk. In sommige ressorten gaan bepaalde rr-leden volgens haar nauwelijks het veld in, waardoor signalen uit de gemeenschap niet worden doorgegeven aan de voorzitter van de ressortraad en vervolgens niet terechtkomen bij de districtsraad. “We zitten ook daarmee en we proberen te trekken aan de mensen. We proberen na te denken hoe we ze moeten motiveren om het werk serieus te zien, zodat we echt veel meer kunnen halen uit deze groep,” zei Huur.
Op dit moment zijn er nog geen concrete maatregelen vastgelegd voor rr-leden die structureel nalaten veldwerk te doen. Wel benadrukt de minister dat het vraagstuk nu nadrukkelijk aandacht krijgt binnen haar departement.
Voor de uitbetaling van het maandelijkse honorarium hanteert het ministerie van RO voorlopig alleen de presentielijsten van rr-vergaderingen als formeel bewijsmiddel.













