De komende tijd zal er duidelijk een verschil te merken zijn in het beleid dat wordt gevoerd op het ministerie van Arbeid Werkgelegenheid en Jeugdzaken. Dit stelt minister Rishma Kuldipsingh van Arbeid Werkgelegenheid en Jeugdzaken. Ze zegt dat het beleid welke haar departement voert zal verschillen met wat de gemeenschap voorheen gewend was. De minister heeft de ontwikkelingen binnen de organisatie woensdag ook besproken tijdens de Raad van Ministers.
Dat er commentaar binnen de gemeenschap is dat er geen adequaat beleid is gevoerd door het ministerie gaat Kuldipsingh het verstand te boven. “We hebben landelijk trainingen verzorgt voor jongeren. Dus ik snap niet vanwaar er commentaar komt dat er niets is gedaan.” De doorlichting van het jeugdparlement dat vorig jaar is aangekondigd door de minister is al achter de rug. De minister vertelde eerder ook dat er verandering zou komen in het structuur van het Nationaal Jeugdparlement. De bedoeling was dat er gekeken zou worden naar de noodzaak en meerwaarde van de organisatie.
Voorbereiding
Kuldipsingh zegt dat ze nu bezig is met de voorbereiding van de Jeugdparlementsverkiezingen. Wat er verder zal geschieden zegt de minister ook te delen met de gemeenschap. “Het geld is al vrijgemaakt en ik wil het goed doen. En als wij het goed hebben gedaan weten wij dat alle jongeren zijn bijbetrokken”. Kuldipsingh stelt dat er veel geld vrijgemaakt moest worden om de verkiezingen te organiseren. Het gaat om SRD 5 miljoen Surinaamse dollars. Er moet onder andere gewerkt worden aan het bouwen van een website en andere technische zaken.
Kuldipsingh concludeert dat er veel werk aan de winkel is. Ze benadrukt dat wat bij het vorig regime kaport is gemaakt niet binnen korte tijd goed gemaakt zal worden. De bewindsvrouw zegt dat er wat geduld zal moeten worden betracht.
Het ministerie is nu in een fase van uitvoer. Kuldipsingh stelt dat er vooral wordt gewerkt aan het bevorderen van zelfredzaamheid bij jongeren in de districten. “We zijn bezig met wetgeving en gaan ook wat hulp krijgen van de Nederlandse politiebond, waarmee wij onlangs hebben gesproken. Wij gaan verder ook werken met andere organisaties. Zij gaan ons ook helpen met de kennis over de inrichting van bonden”, accentueert de bewindsvrouw.