“Suriname heeft de aanvallen van Hamas veroordeeld en niet Palestina. Er wordt een sfeer gecreëerd alsof wij partij kiezen. Wij kiezen geen partij.”
Het voorgaande maakte minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) duidelijk tijdens een persconferentie op maandag 23 oktober. De bewindsman reageert daarmee op berichtgevingen als zou Suriname met de verklaring op het recentelijk geëscaleerd conflict tussen Israël en Palestina, de kant van het eerstgenoemde land hebben gekozen.
Minister Ramdin benadrukt dat Surinames eerste reactie is gekomen na de verrassende aanval van Hamas. “De reactie was tegen Hamas, niet tegen Palestina. Men moet duidelijk een onderscheid maken wanneer we een actie veroordelen en afkeuren.” Hij zegt dat Suriname de aanslagen van Hamas als terroristische organisatie absoluut afkeurt. De bewindsman spreekt van een nare en trieste ontwikkeling en noemt het vermoorden van onschuldige burgers, door wie dan ook, afkeurenswaardig.
Hij zegt dat Suriname ook nadrukkelijk heeft aangegeven dat het de aanslagen afkeurt. Daarnaast heeft het land ook een verklaring uitgegeven, “waarin wij nadrukkelijk aangeven waar wij staan.” “De eerste verklaring was niet een pro-Israël-verklaring, het was een afkeuring. Het was medeleven tonen met slachtoffers die zijn gevallen in een terroristische aanslag en dat is wat we gedaan hebben”, verduidelijkt de bewindsman. Hij betreurt het dat er een sfeer wordt gecreëerd alsof Suriname partij kiest.
Minister Ramdin geeft aan dat het Surinaams buitenlandsbeleid gebaseerd is op vrede, veiligheid en zoeken naar oplossingen op een vreedzame manier, door middel van dialoog. “Het internationaal humanitair recht moet prevaleren in welk conflict dan ook. Wij moeten als eerste daarop focussen”, laat de BIBIS-minister optekenen. Hij benadrukt dat het conflict niet in een paar dagen opgelost gaat kunnen worden. Suriname heeft, aldus minister Ramdin, wel nadrukkelijk in alle verklaringen opgeroepen tot een oplossing.
De bewindsman verduidelijkt Surinames oproep als volgt: “Dat we graag zien dat alle inspanningen worden gepleegd op wereldniveau, met alle belanghebbenden om te beginnen met de uitvoering van een vredesproces dat uiteindelijk kan leiden tot een tweestaten-oplossing, waarbij de soevereiniteit van beide bevolkingen wordt gegarandeerd.” Minister Ramdin merkt op dat het conflict een kwestie is die emoties van verschillende aard oproept, maar zegt dat men zich moet laten leiden door feiten en daarop moet reageren.
Hij betreurt het ook dat er als gevolg van het conflict thans in andere landen incidenten plaatsvinden, waarbij er levens te betreuren zijn. Volgens de bewindsman moet er nu gesproken worden over de-escalatie. “Dit conflict kan niet goed zijn voor de wereld als het zich uitbreidt tot andere landen.” Minister Ramdin noemt werken aan een oplossing een verplichting. “Suriname heeft die invloed niet, maar we kunnen wel andere landen oproepen om dat te doen.” Hij geeft verder aan dat Suriname in de Verenigde Naties (VN) wel de oproep doet.
Het land staat ook goed in contact met de Palestijnse autoriteiten in de VN en met de missie in Caracas. Suriname heeft volgens de bewindsman ook documenten en tevens communicatie ontvangen van de Palestijnse autoriteiten. Suriname heeft Palestina sinds 2011 als staat erkend en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) als de legitieme vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. Minister Ramdin deelt mee dat 139 van de 193 VN-lidlanden Palestina als een autoriteit hebben erkend en onderhouden zij verschillende soort relaties. “Wij zijn bezig te kijken welke soort relatie wij willen aangaan”, aldus minister Ramdin.