Het digitaliseren van het grondbeleid, van aanvraag tot afhandeling, is een van de belangrijkste beleidsprioriteiten van minister Stanley Soeropawiro van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). “We komen er niet onderuit. De technologie is er en we moeten er gebruik van maken. Mensen moeten hun aanvraag digitaal kunnen volgen,” zegt de bewindsman in gesprek met Key News.
Hoewel hij pas kort in functie is, benadrukt Soeropawiro dat digitalisering met voorrang wordt opgepakt. Op dit moment loopt er een quick scan om de stand van zaken binnen het ministerie goed in kaart te brengen. Binnen een maand verwacht de minister een volledig rapport, waarna de verdere koers met de regering wordt afgestemd.
Volgens Soeropawiro liggen er veel uitdagingen, zowel organisatorisch als financieel.
Ondanks de goedkeuring van de begroting 2025 in de Nationale Assemblée, beschikt hij niet over voldoende middelen om alle problemen direct op te lossen. “We moeten het hiermee doen tot het eind van dit jaar. Het is belangrijk om te beseffen dat deze begroting nog is samengesteld door de vorige regering, met enkele wijzigingen,” stelt hij.
Tijdens de begrotingsbehandeling wees de minister erop dat er momenteel circa 900 rechtszaken lopen tegen het ministerie. Het betalen van dwangsommen legt een zware druk op de begroting. Ook zijn er in de media de afgelopen weken meerdere gevallen verschenen waarbij percelen dubbel zijn uitgegeven, ondanks het feit dat burgers over een beschikking beschikten.
De minister wijt veel van de problemen aan het handmatig bijhouden van aanvragen en registers, wat leidt tot administratieve fouten. Vooralsnog zijn er geen maatregelen getroffen tegen ambtenaren die hierbij betrokken waren. “Eerst moet duidelijk zijn wie de verantwoordelijke is. Maar het personeel zal in ieder geval opnieuw moeten worden bijgeschoold en trainingen moeten volgen. Eind dit jaar moet de digitalisering zijn gerealiseerd,” aldus Soeropawiro.
Daarnaast kondigt hij aan harde maatregelen te zullen nemen tegen zogenoemde ‘spookambtenaren’. “Als je niet komt opdagen, stoppen we je salaris. Verschijn je daarna alsnog op het werk, dan kijken we verder. Maar wie structureel wegblijft, zal moeten afvloeien,” zegt hij beslist.