Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinowC) neemt stappen om het onderwijs aan leerlingen met een beperking te verbeteren.
Henry Ori, de minister van Onderwijs, geeft aan dat in februari een congres plaatsvindt over het speciaal onderwijs. “De voorbereidingen zijn in volle gang en wij gaan nu dat punt ook wel moeten bespreken om voor deze doelgroep, die verder moet na het voortgezet speciaal onderwijs (VSO), alternatieven aan te bieden. Mensen van VSO hebben al bijzonder veel voorbereidend werk gedaan, ik denk dat we die alternatieven gaan moeten oppakken.”
Dit onthulde minister Ori donderdag in gesprek met ABC nieuws. De minister sprak bij de officiële lancering van een pilotproject waarbij 10 leerlingen met een gehoorbeperking les volgen op een reguliere avond muloschool.
Minister Ori zegt dat het ministerie veel werk te verrichten heeft. “Ik moet zelf als minister gênant zeggen dat wij een stukje verwaarlozing hebben bij het speciaal onderwijs. De laatste jaren is de focus heel veel op regulier onderwijs en beroepsonderwijs en we gaan daarin echt een klik moeten brengen.”
De bewindsman geeft aan dat de doelgroep kinderen met een beperking zeer zeker achterstanden hebben waarnaar niet wordt gekeken. “En wij gaan nu proberen langzamerhand toch alternatieven te hebben. We hebben basisscholen, we hebben voortgezet scholen, maar wanneer we verder gaan, dan zien we een beperking. En wij moeten een brug gaan maken tussen opleiding en de arbeidsmarkt.”
Hij is zich ervan bewust dat het geen gemakkelijke opgave is. “Ik denk dat het een zwaarder onderwerp is dan simpel onderwijs, maar wij gaan mogelijkheden moeten scheppen. Ik vind dit experiment op de avond muloschool een goeie, maar het vraagt toch wel bijzondere aanpassing. Je hebt tolken nodig, dat is veel intensiever onderwijs. Wij gaan als Staat deze mogelijkheden moeten organiseren en ook financieren, omdat onze kinderen het echt nodig hebben”, aldus Ori.
Hij geeft verder aan dat de inspanningen niet hierbij blijven. “We gaan natuurlijk los van voorbereidend onderwijs. Verder ga je moeten kijken hoe je technisch, maar ook beroepsmatig deze kinderen snel kan inzetten voor bepaalde functies. Dat betekent dat ik zal blijven aanmoedigen dat ons inspectie-apparaat samen met directies gaat kijken hoe we nog extra meer van die mogelijkheden kunnen bieden om kinderen met dergelijke beperking mogelijkheden te bieden om een middelbare opleiding te volgen met de nodige investeringen.”
Minister Ori zegt ook dat op de basisscholen voor speciaal onderwijs enorm veel gebrek aan lesmateriaal is en dat er bijscholing van de leerkrachten nodig is. “Je moet het niet onderschatten, deze leerkrachten moeten speciaal opgeleid worden. Ze kunnen verder gaan naar VSO en daar stopt het plotseling.”
De bewindsman weet dat er voor de overheid een taak is weggelegd in de plaatsing van opgeleide of afgestudeerde leerlingen met een beperking. “En we moeten deze doelgroep ook gereedmaken voor de arbeidsmarkt en dat betekent ook dat wij ze vrij jong klaar moeten maken om een vak te leren en te zorgen dat zij die begeleiding krijgen bij een werkgever. De overheid gaat ervoor moeten zorgen dat een bepaald quotum van mensen met een beperking ook in dienst moet worden genomen.” Volgens minister Ori gaat het erom dat deze doelgroep uiteindelijk fatsoenlijk arbeid kan verrichten en een salaris kan verdienen.