De nationale veiligheidsconferentie zal een jaarlijks terugkerende activiteit moeten worden, omdat het van groot belang is. Dit zegt veiligheidsadviseur van de president, Melvin Linscheer.
Hij presenteerde het Nationaal Veiligheidsplan 2023 -2028 tijdens de eerste editie van de Nationale Veiligheidsconferentie in het Marriot hotel en overhandigde het aan het staatshoofd. De adviseur geeft ook aan dat de veiligheidsdiensten zelf kunnen aangeven als er meerdere conferenties in een jaar moeten komen.
Linscheer geeft verder aan dat er veel voorwerk is gedaan. Er zijn werkgroepen gemaakt en die hebben veel werk verzet geeft hij aan. Hij benadrukt dan ook dat er genoeg domeinen zijn binnen de nationale veiligheid die vanwege de dynamiek van nationale veiligheid, criminaliteit en onveiligheid begrenzen. Er is genoeg ruimte om de verschillende onderdelen van het plan te analyseren, presenteren en belichten binnen de keten van nationale veiligheid. Daarbovenop is het doel van overlegmomenten tussen de organen die voor de veiligheid moeten zorgen de bedoeling dat er een synergie ontwikkeld moet worden die zich bezighouden met het vraagstuk.
De adviseur zegt dat het belangrijk is om een document als het veiligheidsplan op te stellen met de juiste vormgeving en monitoringsmechanisme. Omdat het anders dan dat een document blijft welke in de laden van ambtenaren zal liggen en niet aan bod komt. Linscheer verklapt dat president Chandrikapersad Santokhi hem na een gesprek over veiligheid in 2021 heeft gevraagd om het nieuw nationaal veiligheidsplan te trekken. “We zijn aan de slag gegaan en wij hebben een werkgroep geinstalleerd.”
Linscheer heeft de verschillende eenheden, die voor de nodige veiligheid zorgen, de voortgangscontrole laten doen van de analyses die zij hebben gedaan bij hun bijdrage aan het veiligheidsplan. De adviseur geeft aan dat er een duidelijke visie is van waar er naartoe gegaan zal worden met het plan. Alle beschikbare documenten die bij voorgaande regimes zijn gemaakt zijn ingelezen en geanalyseerd. “Wij waren van mening dat wij moesten kiezen voor een bottom up benadering.” Dit was bedoeld om een weergave te krijgen van hoe de man op het veld zaken ziet, schetst Linscheer. Dit was ook de reden waarom er vele discussies zijn gevoerd door de belanghebbenden.