Negen officieren van het Nationaal Leger hebben de Bevelvoering- en Staf Cursus (25-01), de hoogste militaire opleiding in Suriname, succesvol afgerond. De tien maanden durende opleiding bereidt majoors en kapiteins voor op strategische leidinggevende functies binnen de krijgsmacht.
Het gaat om majoors Ratna Ganpat (best geslaagde) en R. Amatredjo, en de kapiteins S. Afroedoe, R. Lachman, J. Bonjaski, C. Eillioth, R. Karwofodi, R. Tembong en R. Sewkaransing. Met het diploma op zak stroomt de lichting door naar functies waarin beleid, planning en doctrine-ontwikkeling centraal staan.
Volgens kolonel Justus Hew A Kee, commandant van het Instituut voor Defensie Opleidingen (IDO), verschuift de focus van de geslaagden “van plannen uitvoeren naar plannen schrijven”. Zij worden voortaan geacht strategisch richting te geven en bij te dragen aan het ontwikkelen van defensiedoctrines. “U bent adviseur, bevelhebber, strateeg en vooral mentor,” aldus Hew A Kee.
Discipline en vertrouwen
Directeur Jayant Bidesie (Defensie) benadrukte dat leiderschap en discipline cruciaal blijven in een veranderende wereld. De institutionele legitimiteit van het leger versterken ligt mede in handen van deze opkomende leiding, stelde hij. “Vertrouwen bouw je met daden: consistentie, discipline en toewijding.”
Investeren in menselijk kapitaal
Bevelhebber brigadegeneraal Werner Kioe A Sen onderstreepte het belang van blijvende investering in vorming, opleiding en integriteit. “Wapens winnen gevechten, maar mensen winnen oorlogen.” Met het oog op verschuivende veiligheidsbalansen is anticiperend en sterk strategisch leiderschap volgens hem geen luxe, maar noodzaak.
Wat de cursus omvatte
Cursuscoördinator luitenant-kolonel Arnold Kortstam lichtte toe dat deelnemers zich verdiepten in strategische planning en operationele kunst, hedendaagse conflictanalyse en geopolitiek, besluitvorming onder druk en leidinggeven in complexe, dynamische omgevingen. De combinatie van regulier werk en intensieve studie vroeg “lange dagen, casusanalyses en oefeningen, met ruimte voor kwetsbaarheid en groei”.














