Het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee) fungeert als het kenniscentrum van het Nederlandse trans-Atlantische slavernijverleden en de erfenis daarvan.
Het instituut zet zich al jaren onvoorwaardelijk in om kennis, interpretaties en verbeelding van het trans-Atlantische slavernij- en koloniale verleden te verzamelen, te beheren, verder te ontwikkelen en breed in de samenleving te delen. NiNsee is momenteel op bezoek in Suriname om kennis uit te wisselen over het dossier slavernijverleden. Er vinden verschillende discussie plaats met Afro-Surinaamse en Inheemse organisaties.
NiNsee-directeur Urwin Vyent, die zich al ruim 40 jaar bezighoudt met het dossier, benadrukt de aandacht voor groepsidentiteit. “We blijven ons inspannen om aandacht te vragen voor het slavernijverleden. Mensen aan de andere kant en ook hier hebben ons steeds aangemoedigd om ons te blijven inspannen. Belangrijk zijn ook de verschillen. In Nederland zien we dat de focus ook heel erg wordt gelegd op institutioneel racisme, dat is in Suriname in mindere mate het geval”, aldus Vyent. Hij accentueert dat organisaties in zowel Nederland als Suriname elkaar kunnen vinden als het om de groepsdynamiek gaat.
Op 19 december 2022 bood Mark Rutte excuses aan in Nederland voor het handelen van het land aan de Noordzee in het verleden , terwijl zeven kabinetsleden dat deden in de voormalige koloniën. In Suriname was er veel kritiek op de timing en de afvaardiging van minister Franc Weerwind. De Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) vond dat Nederland te haastig te werk was gegaan om de excuses aan te bieden. NiNsee-voorzitter Linda Nooitmeer, die ook in Suriname vertoeft, was het daar niet mee eens. Ze merkte op dat NiNsee al twintig jaar bezig was met het verkrijgen van excuses van de Nederlandse staat. “Wat ons betreft hadden de excuses al in 1863 moeten plaatsvinden.”
Nooitmeer is ervan overtuigd dat het nu tijd is om samen te werken voor het grotere belang. Het moment is nu daar voor Nederland om over te gaan tot herstelbetalingen. “De agenda moet ten bate zijn van eenieder, rekening houdend met de verschillende posities waarin mensen zich bevinden. We moeten niet vervallen tot het realiseren van zogenaamde kleine ‘feel good’ projecten.” Op woensdag 21 februari organiseerde NiNsee een bijeenkomst met belangrijke actoren in het Nationaal Archief Suriname om te discussiëren over het dossier slavernijverleden. De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) was als bijzondere organisatie uitgenodigd. Volgens Nooitmeer zijn inheemsen en marrons collectieve helden.