De Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname (NOB) heeft een kennismakingsbezoek gebracht aan minister Andrew Baasaron van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZOTI).
Tijdens het overleg stond de rol van de bank bij de ondersteuning van ondernemers centraal, evenals de mogelijkheden om de samenwerking met het ministerie verder te versterken.
De NOB presenteerde haar verschillende financieringsinstrumenten, waaronder kredietlijnen, ontwikkelingsfondsen en technische bijstand. Volgens de bank gaat het niet alleen om leningen en kredieten, maar ook om advies en begeleiding voor ondernemers. Daarbij werd verwezen naar lopende programma’s die samen met internationale partners zoals de Inter American Development Bank (IDB) en het Green Climate Fund worden uitgevoerd. Deze programma’s richten zich onder meer op duurzame ontwikkeling, bio-business en de groene transitie.
Momenteel beheert de NOB vijf fondsen, waaronder het Productiefonds (PKF) voor productie en verwerking, het Fonds voor Technische Bijstand en Partnerschappen (FTBP) voor capaciteitsopbouw, het Garantiefonds dat kredietverzekeringen zonder onderpand mogelijk maakt, en het Groen Ontwikkelingsfonds (IDB-GCF) voor klimaatvriendelijke initiatieven. Daarnaast zijn er studentenfondsen die jong talent en toekomstige ondernemers ondersteunen.
Minister Baasaron benadrukte dat toegang tot financiering alleen niet voldoende is. Volgens hem is het essentieel dat ondernemers ook begeleiding, mentoring en training krijgen, zodat zij duurzaam kunnen groeien en zich beter voorbereiden op toekomstige kansen, waaronder ontwikkelingen in de olie- en gassector. Hij wees daarbij op innovatieve sectoren zoals zonne-energie, elektrische mobiliteit, toerisme en de agro-industrie.
Beide partijen spraken de intentie uit om de samenwerking te intensiveren en gezamenlijk bij te dragen aan een sterker ondernemerschapsklimaat in Suriname. Het ministerie ziet de betrokkenheid van de NOB bij bilaterale projecten en de training van ondernemers als een belangrijke stap in het vergroten van de weerbaarheid en het concurrentievermogen van de Surinaamse economie.