Ondanks de wereldmarktprijs voor benzine een dalende trend vertoont, zal de overheid toch nog doorgaan met het Oli Moni project. Dat zei de voormalige minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, tijdens een persconferentie gisteren.
In augustus maakte de regering bekend dat zij van start zal gaan met het subjectief subsidiëren van brandstof. Het is de bedoeling om personen die tot een bepaalde hoogte verdienen, elke maand aansprak kunnen maken op een Oli Moni karta.
Viren Ajodhia was belast met dit project. Echter heeft hij kort nadat Achaibersing zijn ontslag indiende, ook bedankt.
“Er is inderdaad sprake van een vertraging van het project, maar het platform bestemd voor Oli Moni waar mensen zich moeten registeren is al af”, aldus Achaibersing. Hij zegt verder dat ondanks de subsidie afgebouwd moet worden, de regering subjectsubsidie zal implementeren om de minder daadkrachtigen binnen de samenleving te ondersteunen.
“We moeten onze samenleving blijven beschermen. Rest nog om als regering nieuwe afspraken te maken met de nieuwe trekker van het Oli Moni Project. In elk geval, het Oli Moni project gaat komen”, verzekerde de exminister.
De minister legde uit dat de regering een bewuste keus maakte om vooralsnog benzine te subsidiëren. Het was om de samenleving te beschermen. De regering is van mening dat de stijging van benzineprijzen tijdelijk is, waardoor gekozen is om de dieselprijs niet marktconform te maken.
Als de regering toch had gekozen om marktconforme prijzen te hanteren, zou dat volgens Achaibersing voor inflatie zorgen. “Als alle pompprijzen omhoog gaan, dan worden ook de andere prijzen voor diensten en producten aangepast. Maar de prijzen van deze diensten en producten dalen niet mee als de olieprijzen dalen”, aldus de ex-minister.