De viering van 50 jaar staatkundige onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 2025 krijgt een bijzondere invulling: president Jennifer Simons wil zowel onderscheidingen uitreiken als gratie verlenen aan een selectie veroordeelden. Dat maakte het staatshoofd bekend in het programma Bakana Tori.
“Je moet weten wat de mensen hebben gedaan, hoelang ze zitten, hoe jong of oud ze zijn. Want het gaat niet voor iedereen. Maar het is gebruikelijk dat je dat bij zo’n soort feest doet,” zei Simons in het interview, waarbij zij benadrukte dat een zorgvuldige selectie vooraf noodzakelijk is.
Politieke lading van gratie
Wie precies in aanmerking komt voor gratie heeft de president niet genoemd. In het publieke debat kwam dit onderwerp eerder terug: in 2024 sprak NDP-woordvoerder Ricardo Panka al expliciet over gratieverlening en de politieke context daaromheen. Hij stelde in het actualiteitenprogramma De Tafel van Suriname Herald dat als de NDP de verkiezingen van 2025 wint, gratie voor de voortvluchtige oud-president Desi Bouterse ongetwijfeld op de politieke agenda zou kunnen verschijnen. “Alles hangt af van het resultaat van de verkiezingen van 2025,” aldus Panka.
Panka ontkende niet dat gratieverlening een optie zou zijn en zei dat een zittende regering daarover moet beslissen. Zijn woorden toen – “We moeten de beer eerst schieten voordat we zijn huid gaan verkopen” – illustreerden de voorzichtige toon waarmee de NDP over dit beladen onderwerp sprak.
De zaak rond Desi Bouterse blijft gevoelig. Bouterse was een sleutelfiguur in de Surinaamse politiek en oprichter van de NDP. Hij overleed in december 2024 terwijl hij ondergedoken was na een veroordeling tot twintig jaar cel in verband met de Decembermoorden.
Ook andere namen zijn in het publieke debat genoemd: of de gratie dit keer betrekking zal hebben op gedetineerden als Ernst Gefferie, Stephanus Dendoe en Bennie Brondenstein ook veroordeeld voor de Decembermoorden, die in Santo Boma vastzitten, is nog onduidelijk. Gratie betekent dat een door een strafrechter opgelegde en onherroepelijk geworden straf geheel of gedeeltelijk wordt verminderd, veranderd of kwijtgescholden.
Laatste keer gratieverlening
De laatste keer dat in Suriname daadwerkelijk gratie werd verleend, was in december 2011 door toenmalig president Desi Bouterse. Hij verleende gratie aan zijn pleegzoon Romano Meriba, die in 2006 was veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf wegens een gewapende roofoverval in het binnenland waarbij meerdere doden vielen.
Deze beslissing leidde tot felle kritiek, onder meer van de oppositiepartij Nieuw Front. In een motie, verdedigd door Chandrikapersad Santokhi, werd de gratieverlening “een klap in het gezicht van de rechterlijke macht” genoemd. Volgens Nieuw Front had Bouterse de Grondwet overtreden, omdat hij zonder het verplichte advies van de vonnisgevende rechter een individueel besluit had genomen. Ook wees men erop dat Meriba in feite meer strafvermindering kreeg dan wettelijk was toegestaan.
Critici stelden dat de president met dit besluit “op de stoel van de rechter” was gaan zitten en misbruik maakte van zijn bevoegdheden. Bouterse zelf verdedigde de beslissing door te zeggen dat Meriba al op een collectieve lijst stond ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid, maar dat hij zijn zaak afzonderlijk had laten toetsen.
Naast onderscheidingen en mogelijke gratieverlening staat de organisatie van de festiviteiten hoog op de agenda van het staatshoofd. President Simons gaf aan buurlanden, landen van herkomst en regionale organisaties te willen uitnodigen en zei daarbij het kostenplaatje scherp te willen houden. “Je moet het herdenken, maar je moet er ook op letten dat je binnen een bepaalde range blijft. Het is niet één dag, maar een paar activiteiten,” aldus Simons.
Zij deed een oproep aan de private sector om bij te dragen aan de festiviteiten, terwijl de overheid erop let dat de totale kosten beheersbaar blijven. Volgens Simons zal de viering gezamenlijk moeten worden opgebracht en moeten organisatie en uitgaven zorgvuldig worden afgewogen.