“Het is jammer, want het bericht heeft het imago van het Nationaal Leger en Suriname geschaad”, zei minister Krishna Mathoera van Defensie woensdag voor de aanvang van de Raad van Ministers over het bericht en foto’s van de hoofdkazerne van het leger, die verspreid werden door D-TV.
De bewindsvrouw betreurt het ernstig, want volgens haar verschillen de berichten en beelden totaal van de realiteit. “Dit is social media en bij het verslaan van berichten moet er zorgvuldigheid betracht worden.” De minister meende dat de specifieke journalist door bepaalde mensen op het verkeerde been is gebracht. De beelden werden ook niet geverifieerd bij haar of de bevelhebber. “Het lijkt alsof we de gezondheid en de veiligheid van de militairen op het spel zetten, maar dat doen we niet.”
Mathoera zei verder dat de militaire politie (mp) zelf een onderzoek heeft gedaan en zich georiënteerd heeft bij de hoofdkazerne, waarbij is gebleken dat de foto’s die verspreid werden door D-TV niet op waarheid berusten. Zij weet niet wie de foto’s aan de journalisten heeft gegeven. “Ik weet niet of militairen deze foto’s hebben gedeeld.” “Ik weet niet vanwaar de beelden komen en van hoe lang terug de beelden zijn.” “De MP is belast met het onderzoek.” Pas als de minister weet wat de oorsprong is van de beelden en hoe het in handen is gekomen van de journalisten, kan er meer informatie gegeven worden.
Mathoera gaf toe dat er wel een achterstand in onderhoud is en deze achterstand al jarenlang opgestapeld is op alle posten. “Het is een gigantische achterstand die we moeten inhalen.” “In een crisis heb je niet alle middelen in handen, waardoor je niet alles kan renoveren.” Volgens haar is het beleid dat elk jaar zes tot zeven ruimtes gerenoveerd worden.
Ook de keuken is niet helemaal fijn en dat alles gloednieuw is, “maar het is niet wat op de beelden te zien is.” “Het is veel beter, netter en schoner.” “Dit is wat ik promoot, netheid en schoonheid en dat is ook belangrijk voor de gezondheid van de militairen.” “We proberen alles netjes te houden en zorgvuldig mee om te gaan.”