Ook regering Santokhi maakt zich schuldig aan het goedkoop overkopen van overheidswagens

Uit de documenten, ondertekend door president Chan Santokhi, blijkt dat ministers hun dienstwagens mogen kopen voor slechts 25 procent van de getaxeerde waarde. De president en vicepresident mogen elk zelfs twee voertuigen overnemen tegen een symbolisch bedrag.

De regeling komt op een gevoelig moment, nu de regering zich in de laatste fase van haar zittingsperiode bevindt. De maatschappelijke verontwaardiging is groot, vooral omdat de huidige coalitie in 2020 nog felle kritiek had op dezelfde praktijk bij de vorige regering.

Historisch parallel: uitverkoop onder vorige regering

Bij de machtswisseling in 2020 leidde de overdracht van dienstvoertuigen aan leden van de toenmalige regering tot publieke verontwaardiging. Een veelbesproken voorbeeld betrof de voormalige first lady, die drie overheidswagens kocht voor slechts USD 15.000. De zaak kwam destijds aan het licht via **Dagblad De West**, en leidde tot scherpe veroordelingen door oppositiepartijen, waaronder de VHP van Santokhi. Er werd destijds gepleit voor transparantie, wettelijke regulering en ethisch handelen bij het beheer van staatsmiddelen.

Nieuwe missives onthullen miljoenenuitgaven

De huidige kritiek beperkt zich echter niet tot de regeling rond voertuigen. In de uitgelekte missives is ook te lezen dat er in rap tempo aanzienlijke uitgaven zijn goedgekeurd. Zo heeft het ministerie van Arbeid een pand gehuurd in Nickerie voor de afdeling Arbeidsinspectie tegen een maandelijkse huur van USD 8.000. De eigenaar ontvangt bij aanvang van de huurperiode – die loopt van augustus 2025 tot augustus 2026 – direct een betaling van USD 96.000.

Een andere missive, ondertekend op 9 juni 2025, verleent het ministerie van Openbare Werken toestemming om een contract aan te gaan met UNIMAX Contractors ter waarde van SRD 23.322.000. Het betreft werkzaamheden aan open en gesloten rioleringssystemen.

Storm van kritiek op sociale media

Sinds de publicatie van de documenten is er een stroom van kritiek losgebarsten op sociale media. Burgers, maatschappelijke organisaties en enkele politieke commentatoren spreken van een herhaling van het verleden: een ‘uitverkoop’ van staatsbezit, mogelijk met persoonlijke of politieke motieven. Sommigen trekken zelfs de wettelijke basis van de besluiten in twijfel, en suggereren dat de regeling in strijd is met bepalingen uit de Anti-corruptiewet.

Oproep tot transparantie en verantwoording

De roep om transparantie zwelt aan. Critici eisen openbaarmaking van de volledige lijst van voertuigen, de taxatiewaarden en de namen van de overnemers. Ook wordt gevraagd om parlementaire controle en duidelijke regelgeving bij regeringswisselingen om herhaling van dit soort praktijken in de toekomst te voorkomen.

Wat ooit als misstand van de vorige regering werd aangekaart, lijkt onder Santokhi te zijn voortgezet. Daarmee rijst de vraag of er binnen het openbaar bestuur voldoende politieke wil bestaat om structureel een einde te maken aan het gebruik van staatsmiddelen voor persoonlijk gewin – ongeacht wie er aan de macht is.