Er is iets vreemds aan de manier waarop men tegenwoordig omgaat met journalisten. Ze worden bewonderd en verguisd, gevolgd en vervloekt, gequote en gecanceld. Hun microfoon is een spiegel geworden waarin de samenleving zichzelf liever niet ziet. Want wat doet een journalist eigenlijk anders dan die spiegel ophouden.
De journalistiek is in essentie gebouwd op drie pilaren: integriteit, ethiek en verantwoordelijkheid. Integriteit betekent: trouw blijven aan de waarheid, ook wanneer die waarheid oncomfortabel is. Ethiek is de dunne draad tussen wat je mag weten en wat je moet weten. En verantwoordelijkheid is het besef dat elk woord dat je schrijft, elk beeld dat je toont, gevolgen heeft voor iemand, ergens.
In een tijd waarin iedereen met een telefoon zichzelf “verslaggever” noemt, wordt het verschil tussen meningen en feiten steeds troebeler. De journalist die zijn werk serieus neemt, bevindt zich dus op een dun koord, balancerend tussen het recht om te informeren en de plicht om rechtvaardig te zijn.
Toch lijkt het soms alsof we vergeten zijn dat journalisten niet de makers van het nieuws zijn, maar de boodschappers ervan. Ze creëren het kwaad niet, ze belichten het. Ze veroorzaken het onrecht niet, ze onthullen het. Ze zijn niet de storm, ze zijn de weerman die zegt dat die eraan komt.
De Vierde Macht
De journalistiek wordt vaak de vierde macht genoemd, naast de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Dat is geen toeval. Een vrije pers bewaakt de democratie, houdt leiders scherp, onthult misbruik en dwingt macht tot verantwoording. Wanneer de vierde macht wordt aangevallen, wankelen ook de andere drie.
Maar macht brengt ook risico. Elke journalist die durft te vragen “waarom?” of “hoezo?” zet zich bloot aan haat, bedreiging of boycot. Sommige fans verheerlijken hun werk, anderen willen hen het zwijgen opleggen. De journalist leeft tussen applaus en afschuw, twee uitersten die vaak even gevaarlijk zijn, want beide kunnen verblinden.
Fans en Haters
De fan wil dat je schrijft wat hij voelt. De hater wil dat je zwijgt over wat hij verbergt. Maar de journalist schrijft voor geen van beiden; hij schrijft voor de waarheid. Die waarheid is soms hard, ongemakkelijk of oneerbiedig tegenover macht, geloof of ideologie. Toch is het precies dat ongemak dat vooruitgang mogelijk maakt. Wie de boodschapper aanvalt, vernietigt niet de boodschap, maar zijn eigen kans om te begrijpen.
De gevaren van het vragen
Maar zelden beseffen we dat hij precies die vraag stelt die honderden mensen zelf hadden willen stellen, maar niet konden………. of niet durfden. Een samenleving zonder journalisten is als een land zonder spiegels: alles lijkt schoon, tot je dichterbij komt. Dus wanneer een journalist zijn microfoon uitsteekt, denk dan niet aan sensatie, maar aan dienstbaarheid. Hij stelt de vragen zodat jij de antwoorden kunt horen.
En misschien is dat wel de essentie van journalistiek: niet geliefd worden, maar nodig zijn.
Don’t shoot the messenger.
Charles Muller