Tijdens een ceremonie, bijgewoond door minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Henry Ori, is de nieuwe Raad van Toezicht (RvT) van de Academie voor Hoger Kunst en Cultuur Onderwijs (AHKCO) geïnstalleerd. Hoewel dit moment werd gepresenteerd als een belangrijke stap vooruit, blijft de vraag of deze verandering werkelijk de noodzakelijke verbeteringen voor het onderwijsinstituut zal brengen.
Met de benoeming van Saliema Jahangier-Jahangir als voorzitter, samen met vier andere leden, zijn de verwachtingen hoog gespannen. Desondanks blijven de zorgen groot over de structurele problemen waar AHKCO mee worstelt. Minister Ori sprak over de “inhaalslag” die nodig is op het gebied van onderhoud en financiële ondersteuning, wat vooral onderstreept hoe diep de problemen zijn geworteld. Het instituut is decennialang verwaarloosd, en de vraag is of een nieuwe raad deze uitdagingen kan aanpakken zonder substantiële investeringen van de overheid.
Er is veel gesproken over accreditatie en de modernisering van het curriculum om te voldoen aan internationale standaarden. Dit zijn echter beloftes die vaker zijn gedaan zonder concrete resultaten. Accreditatieprocessen zijn notoir traag en vereisen aanzienlijke middelen – middelen die AHKCO al lange tijd mist. Zonder een significante verhoging van de financiële en logistieke steun vanuit de overheid, blijven deze plannen niet meer dan lege beloften.
Minister Ori en directeur Mildred Ramautar verwezen ook naar een nieuwe Wet Hoger Onderwijs en de oprichting van een Inspectie Hoger Onderwijs. Hoewel deze initiatieven positief klinken, zullen ze zonder daadkrachtige uitvoering en vakinhoudelijke betrokkenheid weinig verandering teweeg brengen.
Academische en hoogwaardige journalistieke opleidingen zijn essentieel voor het ontwikkelen van kritisch denkvermogen, ethische verantwoordelijkheid, onderzoeksvaardigheden en het aanpassingsvermogen aan een veranderend medialandschap. Deze competenties waarborgen niet alleen de kwaliteit van de journalistiek, maar versterken ook de democratie door goed geïnformeerde, integere verslaggeving. De journalistiek is dynamisch en vereist daarom continu onderwijs en innovatie om de ontwikkelingen in het medialandschap bij te houden.
Opvallend was dat minister Ori tijdens de ceremonie ineens de staat van de journalistiek in Suriname ter sprake bracht. Hij bekritiseerde de ethiek en kwaliteit van de berichtgeving, met name de afhankelijkheid van sociale media en eenzijdige bronnen. Hoewel goede journalistiek essentieel is, leek deze opmerking meer een afleiding van de werkelijke problemen bij AHKCO. In plaats van de focus te leggen op de gebrekkige infrastructuur en het tekort aan middelen, werd de discussie verlegd naar de media.
Dit benadrukt nogmaals het belang van een onafhankelijke Raad voor de Journalistiek. Zo’n orgaan, vrij van overheidsbemoeienis, zou als een zelfregulerend lichaam kunnen fungeren dat de ethische normen en kwaliteit binnen de journalistiek bewaakt, zonder de beperkingen die politieke inmenging met zich meebrengt.
Internationale samenwerking: een droom of werkelijkheid?
Ori benadrukte het belang van internationale samenwerking voor AHKCO, zowel op het gebied van financiering als kennisuitwisseling. Echter, met een onderwijsinstelling die worstelt met financiële en structurele problemen, lijkt grootschalige internationale samenwerking op dit moment meer een illusie dan een realistisch doel. Het streven naar een kwaliteitskeurmerk is lovenswaardig, maar zonder een stevige basis blijft het buiten bereik.
Directeur Jane Kolf-Bergraaf sprak tijdens de installatie over strategische sessies en de noodzaak van lange- en korte termijnplannen. De cruciale vraag blijft echter: hoeveel tijd heeft AHKCO nog voordat het onderwijs verder verslechtert? Hoewel de installatie van de nieuwe RvT hoop biedt, is het twijfelachtig of deze raad in staat zal zijn om zonder serieuze overheidsinvesteringen meer te doen dan enkel de ergste problemen tijdelijk te verlichten.