Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) heeft aangegeven dat het onderwijsproces in het binnenland langzaam weer normaal wordt na een periode van verstoringen.
Tijdens een regeringsraadpersconferentie op donderdag 28 november legde hij uit dat er in de afgelopen week verschillende problemen waren, maar dat er duidelijk verbetering is. “Maar ik moet zeggen dat langzamerhand zaken zich normaliseren, precies wat ik had verwacht. Het heeft wat later ingezet, dan ik had voorspeld eind oktober”, aldus de minister.
Hij verwees naar de uitzonderlijke omstandigheden die de situatie bemoeilijkten, zoals de droogte van de rivieren, de drinkwaterproblemen en het vertraagde transport van leerkrachten naar de regio. “Maar langzamerhand is het zuiden nu weer bemenst met leerkrachten. Er zijn hier en daar nog issues van leerkrachtenwoningen en leerkrachten die nog schaars zijn op een aantal plekken. Maar langzamerhand proberen we met inventiviteit en combinatieklassen zaken te normaliseren.”
Om de achterstand in het onderwijs in te halen, worden er in verschillende dorpen op maandag, woensdag en zaterdag inhaalprogramma’s georganiseerd. Deze programma’s zijn bedoeld om de eerste kwartalen van het schooljaar in te halen, met de instructies die aan de leerkrachten worden gegeven.
Wat betreft de situatie op Stoelmanseiland, waar bewoners de landingsbaan hadden gebarricadeerd uit onvrede over de onderwijsomstandigheden, meldde de minister dat er inmiddels dialoog heeft plaatsgevonden met het Traditioneel Gezag, de lokale gemeenschap en de leerkrachten. Er zijn afspraken gemaakt om de onderwijssituatie te verbeteren, waaronder de renovatie van leerkrachtenwoningen, de uitbreiding van het aantal leerkrachten en de voorziening van gezond drinkwater voor de leerkrachten. “Het aantal leerkrachten van 13 wordt met 7 opgevoerd, er worden schoolboeken bijgedrukt. De bedoeling is ook om zoveel mogelijk leerkrachten die werken in het binnenland te voorzien van laptop met internet”, geeft Ori aan.
In Paramaribo en Wanica zijn er ook tekenen van normalisatie, hoewel nog veertien scholen werken volgens de AB-procedure, waarbij leerlingen elke twee dagen naar school gaan. “Het ministerie hoopt deze situatie na het eerste kwartaal tot het verleden te doen behoren”, merkt de bewindsman op. Hij gaf aan dat er plannen zijn om de AB-procedure af te sluiten en de scholen geleidelijk terug te brengen naar een normaal onderwijsritme. Toch benadrukte hij dat er met dit systeem goede resultaten worden geboekt: “Doordat er in kleine groepen wordt gewerkt, zijn de resultaten veel beter dan bij grotere klassen.”