Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) benadrukt in een vraaggesprek met radio ABC dat ministers geen drastische maatregelen moeten nemen die invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van Suriname.
Dit zei Ramdin vanuit Curaçao, waar hij reageerde op de recente acties van minister Ines Pané van Sociale Zaken en Volkshuisvesting. “Als ik een directeur zou ontheffen op mijn ministerie dan zou absoluut eerst overleg hebben met de president.”
Op de dag dat president Chan Santokhi zijn buitenlandse reis naar Aruba en Curaçao begon, besloot minister Pané, de directeur van het Algemeen Oudedagsvoorzieningsfonds (AOV-fonds) te ontheffen van zijn functie. Eerder had ze ook twee onderdirecteuren op haar ministerie ontslagen. Wat de drie ontslagen functionarissen gemeen hebben, is hun politieke verbondenheid met de Pertjajah Luhur (PL), de partij die sinds de mislukte samenwerking met ABOP in ongenade is gevallen.
De coalitiecrisis, aangewakkerd door de spanningen tussen ABOP en PL, zal pas volgende week besproken worden. President Santokhi, die momenteel op reis is naar Aruba en Curaçao, zal doorreizen naar Miami voor gesprekken en daarna naar de klimaattop (COP-16) in Cali, Colombia. Pas daarna wordt de kwestie binnen de coalitie verder behandeld. Op de agenda staat onder meer de benoeming van een nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, een functie die tot voor kort door de PL werd ingevuld.
Volgens PL-voorzitter Paul Somohardjo zijn de ontheffingen bij Sociale Zaken een teken van onzekerheid over de rechtspositie van PL-leden binnen de huidige coalitie. Ramdin stelt dat minister Pané zich voor haar handelen zal moeten verantwoorden bij de president. “Er is afgesproken dat er eerst goed overleg moet plaatsvinden voordat dit soort besluiten wordt genomen”, aldus Ramdin.