In de rechtszaal heeft een politieonderzoeker getuigd dat hij tijdens het onderzoek naar een roofmoord in Paramaribo Noord tot de conclusie is gekomen dat een van de verdachten, die zeker een van de andere verdachten heeft vervoerd, mogelijk niets van de misdaad af weet.
Volgens de hoofdverbalisant vervoerde de verdachte, uit loyaliteit naar een vriend, een van de roofmoordenaars naar en van het plaatsdelict zonder enige kennis van het geplande misdrijf. Op de bewuste nacht bracht de chauffeur een van de daders met een auto, die hij van de andere verdachten had gekregen, naar de plaats van de misdaad en haalde hem na de overval op met een bromfiets.
De politieagent verklaarde dat er geen belastende feiten boven water zijn gekomen die erop wijzen dat de verdachte op de hoogte was van de plannen. Volgens de onderzoeker was de chauffeur slechts een hulpvaardige vriend die een dienst bewees. De verdachte zat donderdag samen met twee andere verdachten in de beklaagden bank.
De openbare aanklager was echter niet overtuigd van de onschuld van de verdachte en bracht tijdens de zitting verschillende elementen uit het dossier naar voren. De aanklager wees op enkele handelingen van de chauffeur die volgens hem verdacht waren en mogelijk duiden op betrokkenheid bij de roofmoord. Zo kreeg de hoofdverbalisant vragen over de nachtelijke ritten van de verdachte. Hij antwoordde dat de chauffeur, na het afleveren van een van de daders, naar huis was gegaan om te slapen.
De aanklager confronteerde de agent met een ander detail uit het dossier: de verdachte zou om 02:00 uur opnieuw een telefoontje hebben ontvangen van zijn vriend, met de opdracht om een bromfiets op te halen bij een onbekende man. Met die bromfiets zou hij vervolgens een andere verdachte in de buurt van de overval hebben opgepikt. Volgens de aanklager wijst dit op meer dan alleen een onschuldige vriendendienst.
Een andere verdachte bekende wel deel te hebben genomen aan de inbraak in de woning van het slachtoffer, met de bedoeling te stelen. Tijdens de overval raakte een van de daders in een worsteling met de huisbewoner en vroeg de medeverdachte om plakband dat hij vervolgens haalde en aanreikte. Volgens zijn eigen verklaring was hij echter zo geschokt door de situatie dat hij besloot te vertrekken en duidelijk aangaf dat dit niet de afspraak was. De verdachte verklaarde dat het slachtoffer nog leefde toen hij vertrok, en dat de man smeekte om losgemaakt te worden.
Het slachtoffer, een oudere man die afhankelijk was van een ademhalingsapparaat, werd na de worsteling gekneveld en door de daders naar de benedenverdieping gesleept. Zijn lichaam werd enkele dagen later in verregaande staat van ontbinding aangetroffen in de kelder van zijn woning.
Een van de verdachten kende het slachtoffer goed en was op de hoogte van de kostbaarheden die de man in huis had. Volgens bekenden van het slachtoffer maakte hij geen geheim van zijn bezittingen, wat mogelijk aanleiding gaf tot de misdaad.
De rechtszaak, waarin de betrokkenheid van de verschillende verdachten verder zal worden onderzocht, wordt in november voortgezet.