“We gaan niet wachten op geld vanuit Nederland”, zei president Jennifer Geerlings-Simons woensdag tijdens een persconferentie over het staatsbezoek van het Nederlandse koningspaar.
Minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Samenwerking (BIS) gaf aan dat er nog 387.000 euro aan ontwikkelingsmiddelen beschikbaar is, afkomstig uit een Nederlandse schenking aan Suriname uit de jaren negentig. Volgens Bouva is Suriname echter niet afhankelijk van dit bedrag.
“Suriname leert nu zelfstandig te zijn en Nederland moet ook leren dat Suriname nu zelfstandig is”, stelde hij. Wel zei Bouva dat in 2026 gesprekken zullen worden gevoerd over de beschikbaarheid van de middelen. Daarna wordt dit hoofdstuk gesloten en zal worden gekeken naar andere manieren waarop Nederland Suriname kan ondersteunen bij zijn ontwikkeling.
President Geerlings-Simons benadrukte dat eventuele financiële steun uit Nederland welkom is, mits deze effectief wordt ingezet voor de ontwikkeling van het land, maar dat Suriname daar niet op zal wachten. “We gaan onszelf moeten ontwikkelen en alles wat daarbij kan helpen, ook geld uit Nederland, is welkom. Maar we gaan niet daarop wachten. Dat is onze Surinaamse kant van verzelfstandiging”, zei het staatshoofd.
Tijdens het staatsbezoek kondigde de Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel, aan dat Nederland 66 miljoen euro beschikbaar stelt voor maatschappelijke projecten in Suriname die moeten bijdragen aan herstel en heling in het kader van het slavernijverleden. Het bedrag komt uit het Fonds Slavernijverleden van 200 miljoen euro, dat door de Nederlandse regering werd ingesteld na de officiële excuses van koning Willem-Alexander op 1 juli 2023.












