President Chandrikapersad Santokhi is geïnstalleerd als Chief Scout van de padvinderij. Deze installatie volgt op zijn eerdere installatie als lid van de Boy Scouts van Suriname op 6 maart in het Presidentieel Paleis, conform de statuten van de padvindersorganisatie.
De ererang van Chief Scout wordt traditioneel aangeboden aan de opeenvolgende presidenten van de Republiek Suriname. Ook ons huidig staatshoofd heeft bovengenoemd aanbod aanvaard en is op zaterdag 9 maart geïnstalleerd in het Nationaal Hoofdkwartier van de Padvinderij “Wees Paraat”. De Chief Scout is de beschermheer van de scouting in Suriname.
President Santokhi dankte de organisatie voor het vertrouwen in hem om deze eerbare functie te mogen bekleden. “Als we de geschiedenis induiken, ben ik de vierde Chief Scout van deze organisatie. Eerder zijn de presidenten Ferrier, Venetiaan en Bouterse allemaal Chief Scout geweest. Zoals ik bij het hernieuwen van de belofte daarnet heb beloofd, zeg ik u nu weer toe dat ik mij daaraan zal houden en mijn uiterste best zal doen om deze mooie organisatie positief uit te dragen.”
De president erkende de uitdagingen waarmee de jeugd in de wereld en vooral in Suriname wordt geconfronteerd. Hij is ervan overtuigd dat de padvinderij een grote bijdrage kan leveren aan de vorming van de jeugd. De rol van de padvinderij omvat volgens het staatshoofd het bijdragen aan de persoonlijke en sociale ontwikkeling van jonge mensen in een wereld waar waarden en normen vaak met de voeten worden getreden. “Begrippen als vrede, vriendschap, trouw en samenwerking zijn bijzonder belangrijk in de vorming van onze samenleving, met name voor de jeugd”, aldus president Santokhi.
Hij sprak de belofte uit om met de leden samen te komen, waarbij aspecten worden besproken en plannen gezamenlijk worden uitgewerkt om de padvindersorganisatie en -familie te laten groeien. Hij deed als Chief Scout een beroep op aanwezige hoogwaardigheidsbekleders om bij te dragen aan de padvindersorganisatie en deze te ondersteunen. “Na vandaag geloof ik dat we een goede strategie kunnen ontwikkelen om gezamenlijk meer te investeren in de padvindersorganisatie. We moeten ze helpen, zodat we later met trots kunnen zeggen dat we een bijdrage hebben geleverd”.